Later als ik groot ben ... Kinderen dromen ervan om ouder te zijn dan hun werkelijke leeftijd. Ze kijken op naar hun papa, mama of oudere broer of zus. Maar hoe voelt dat echt, ouder worden? Om te kunnen vergelijken, moeten we alle fasen van het leven doorlopen. Is groot worden echt zo leuk? Of blijven de speelclubbers toch liever hoe ze zijn?
IN HET KORT
Dit is een inleefspel. De speelclubbers doorlopen alle fasen van het leven en moeten zich inleven in hun rol. In elke fase spelen ze een bijpassend spel. Ze doorlopen de fasen chronologisch: van de babytijd tot het rusthuis! Wanneer ze alle stadia doorlopen hebben, is het spel voorbij. Tip Om de speelclubbers te helpen met zich in te leven, is het leuk om je voor elke levensfase in aangepaste kleren te hullen.
VOORBEREIDING
Leg het volgende materiaal klaar: ★ Pampers (evenveel als er speelclubbers zijn) ★ Bruine verf ★ Bekertjes ★ Kegels ★ Bal ★ Rode verf
SPELVERLOOP
Baby: pamperspel
Iedereen wordt als baby geboren, maar niemand herinnert zich nog iets uit die tijd. Daar brengen we verandering in! De speelclubbers zullen ervaren hoe het is om een baby te zijn. Geef elk lid een pamper. Die moeten ze boven hun Chirobroek of -rok aandoen. Geef hen ook een bekertje bruine verf. Laat hen nu vijf minuten rondlopen in een afgebakende ruimte. De bedoeling is dat ze verfstrepen zetten op de pamper van de andere kinderen. Wanneer de tijd om is, zoek je naar degene met de minste strepen. Die speelclubber wint!
Peuter: kruipspel Peuters
vullen hele dagen met kruipen en spelen. Dit kruipspel is de ideale manier om die twee bezigheden te combineren. Baken een groot vierkant af met de kegels, en verdeel je speelclubbers in twee teams. Laat één team aan één kegel staan, en het andere team aan de kegel hier schuin tegenover. Wanneer je fluit, moet een speelclubber van elk team in wijzerzin rond het vierkant beginnen kruipen. Zodra iemand het vierkant rond is, vertrekt de volgende van dat team. Als iemand van team A iemand van team B kan inhalen, heeft team A gewonnen, of omgekeerd. Speel dit spel een aantal keer, zodat elke speelclubber eens heeft kunnen kruipen.
Lagere school: jagerbal
Wie ‘lagere school’ hoort, denkt maar aan een ding. Juist ja: tijd voor Chiro! Daarom spelen we hier gewoon een Chirospel: jagerbal. Duid één speelclubber aan, bijvoorbeeld Pepijn. Pepijn is de jager en moet proberen andere speelclubbers aan te gooien met de bal. Als het Pepijn bijvoorbeeld lukt om Brick te raken, dan wordt Brick de nieuwe jager.
Pubertijd: ukkel de pukkel
Hebben de speelclubbers echt zin om ouder te worden? Misschien moeten ze eerst twee keer nadenken. In de pubertijd krijg je namelijk pukkels. Daarom spelen we in deze levensfase: ukkel de pukkel. Laat de speelclubbers in een kring zitten. Duid één speelclubber aan, bijvoorbeeld Sofie. Sofie begint het spel met: ‘Ik, Sofie ukkel de pukkel zonder pukkel, doe de groeten aan Merijn ukkel de pukkel zonder pukkel. Hoeveel pukkels heb jij?’ De speelclubber van wie de naam genoemd is (Merijn), doet dan hetzelfde. Wanneer Merijn een fout maakt, krijgt hij een rode stip op zijn gezicht. Vanaf dan zegt hij: ‘Ik, Merijn ukkel de pukkel met één pukkel, doe de groeten aan’, enz. Speel dit spel totdat er maar enkele speelclubbers overblijven zonder pukkels. Zij zijn de winnaars!
Volwassen zijn: mama/papa, hoe laat is het?
Volwassen zijn is niet altijd gemakkelijk. Volwassenen hebben weinig tijd en moeten vaak overal tegelijk zijn. Speel met de speelclubbers ‘mama/papa, hoe laat is het?’. Laat een speelclubber met zijn of haar gezicht naar de muur staan, bijvoorbeeld Zitta. De rest van de speelclubbers gaat op twintig passen van Zitta achter een lijn staan. De speelclubbers roepen in koor: ‘mama, hoe laat is het?’ Zitta mag dan een tijdstip roepen, bijvoorbeeld ‘drie uur’. De rest van de groep moet dan drie stappen naar voren zetten. Wanneer Zitta geen tijdstip zegt maar ‘tijd om je huiswerk te maken’, moet ze zoveel mogelijk kinderen tikken. Speel dit spel een aantal keer.
Bejaard zijn: grootmoeders hutsepot
Wie kookt er beter dan de oma of de opa? Niemand! Daarom spelen we het spel ‘grootmoeders hutsepot’ (ook wel citroen-citroen). Elke speelclubber moet één groente kiezen. Eén speelclubber, bijvoorbeeld Mouna, gaat in het midden staan. Zij roept twee groentes af, bijvoorbeeld prei en selder. De speelclubbers die prei en selder zijn, moeten nu van plaats verwisselen. Mouna probeert zo snel mogelijk de plaats van een van de twee in te nemen. De speelclubber die geen plaats heeft, moet nu in het midden gaan staan. Wanneer de speelclubber in het midden ‘grootmoeders hutsepot’ roept, moet iedereen van plaats veranderen.
EINDE VAN HET SPEL
De speelclubbers hebben hun levensloop doorlopen. Het spel is voorbij. Overloop even met hen welke levensfase ze het leukst vonden. Zouden de speelclubbers nog altijd graag in een teletijdmachine naar de toekomst stappen? Of blijven ze liever speelclubber?