Door de voeten van zijn leerlingen te wassen symboliseert Jezus, Gods nederdalende liefde. Jezus wil tot het uiterste gaan voor de liefde. Hoe ver wil jij gaan voor de liefde?
Doel
-jongeren laten nadenken over partnerrelaties
-jongeren reflecteren over hun vorige/huidige/toekomstige relaties
-jongeren verwoorden wat liefde voor hen betekent
Verloop
Aanzet: In wat zie jij de liefde?
Verspreid de prenten die je vindt in de bijlage, je kan ook zelf prenten zoeken als je dat wilt. Laat de deelnemers er hier één uit kiezen die voor hen de liefde symboliseert.
Kringgesprek:
Laat de jongeren het gekozen werk voorstellen en vertellen wat dit voor hen betekent.
-Wat zie je in de prent?
-Welk gevoel krijg je erbij?
-Wat gebeurt er in het schilderij?
-Is de kleur belangrijk?
-Wat vind je het belangrijkste wanneer je iemand lief hebt?
Hoe ziet Dé Ware eruit?
Geef de deelnemers elk een flap. Op deze flap laat je hen hun ideale partner tekenen. Laat ze binnen de figuur de innerlijke kenmerken en karaktertrekken opschrijven of tekenen en buiten de figuur de uiterlijke kenmerken.
Stellingenspel: hoever ga je voor de ware?
Als je elkaar graag ziet, moet je elkaar ook voldoende ruimte gunnen. Wat wil je opofferen voor de liefde?
Werkvorm: laat de deelnemers in een rij achter elkaar gaan staan. Indien ze het eens zijn met de stelling, zetten ze één of meerdere stappen naar rechts. Indien ze het oneens zijn met de stelling, zetten ze één of meerdere stappen naar links. Door meerdere stappen naar rechts of links te zetten, duiden de deelnemers aan in hoeverre ze het eens/oneens zijn met de stelling.
Stellingen:
oJe lief wil voor zes maanden op Erasmus gaan. Jij gaat akkoord.
oJe beoefent een sport, maar je geliefde vindt dit maar niets. Dus overweg je om te stoppen met je hobby.
oje bent half jaar samen, je lief vertelt niets thuis. Je vindt dit niet erg
oAls je je lief bedrogen hebt, moet je dit hem/haar eerlijk vertellen.
oHij/zij vraagt om een time-out in je relatie.
oJe grote liefde wil opeens vertrekken met de noorderzon, natuurlijk ga je mee.
oOnvoorwaardelijke liefde bestaat niet. Als je samen kinderen hebt gekregen, kom je als partner op de tweede plaats.
oals je elkaar graag ziet, moet je elkaar ook voldoende ruimte gunnen.
3.De top ‘dingen die je lief niet mag doen’.
Wat mag je lief allemaal doen? Laat de deelnemers een top tien maken van wat het ergst en het minst erg is. Je kan onderstaande voorbeelden gebruiken of er zelf verzinnen. Je kan ook de jongeren zelf suggesties laten doen.
a.op iemands schoot gaan zitten
b.elke week met iemand op café gaan
c.knuffelen
d.een kus geven
e.uitgaan
f.Een lang gesprek voeren
g.Handen geven
h.vrijen met een ander
i.flirten met iemand anders
j.op reis gaan met iemand anders
Nabespreking:
-wat is het ergst? Minst erg?
-Hoever mag je lief gaan? Waar ligt de grens?
-Wat vergeef je, wat is onvergeeflijk?
-Wat is het ergst? Fysieke handelingen of diepe gesprekken en alles met de ander delen?
-Op wie ben je kwaad? Je lief? De ander? Jezelf?
-Hoe belangrijk is trouw voor jou?
4.Slot: beeld van de liefde
Laat de deelnemers hun beeld van een partnerrelatie abstract uitbeelden op een tegel, of een stuk hout ter grootte van een tegel. Eventueel kan je ook iedereen een stuk karton geven.
Ze kunnen de schilderijen uit de opstap als inspiratie gebruiken.
Je kan de resultaten gebruiken om je lokaal te versieren.