Als eerste ga je de theorie (6 criteria en 4 kleuren van vlaggen) overlopen, die is bijgevoegd in het spel. Je kan het gewoon mondeling toelichten of met ondersteuning van afbeeldingen of een PowerPoint.
Vervolgens kan je de leden bevragen aan de hand van enkele situaties:
“Ik heb enkele concrete situaties verzonnen waarbij het de bedoeling is dat jullie die beoordelen met de juiste kleur vlag. Groen steek je omhoog bij aanvaardbare seksuele situatie, geel bij een licht grensoverschrijdende seksuele situatie, rood bij een ernstig grensoverschrijdende seksuele situatie en zwart bij een zwaar grensoverschrijdende seksuele situatie.“
Situaties:
- De leiding bouwt een feestje in het leidingskot, een vrouwelijke leiding heeft veel gedronken. Ze gaat praten met een mannelijke leiding en hangt wat aan hem. Ze weet niet goed meer wat ze doet. Ze praten nog wat, plots zie je de mannelijke leiding de vrouwelijke leiding vastnemen en kussen. De volgende dag blijkt dat de vrouwelijke leiding dit niet meer weet.
- Je hebt nachtwacht, je hoort wat geluid komen uit een kamer van de leden (leeftijd 5de – 6de leerjaar). Ze lijken het naar hun zin te hebben, want je hoort veel gelach. Wanneer je de deur opendoet staan de jongens naakt naar elkaar te kijken. Ze wijzen naar elkaar en hebben veel lol.
- Twee vrouwelijke leidsters kijken vanop een afstandje naar een mannelijke leiding die waterspelletjes speelt met de kinderen. Ze maken opmerkingen over zijn spieren en hoe ze wel iets zouden willen doen met hem. De leider hoort dit en doet zijn t-shirt aan.
- Je bent in het zwembad met je leden (leeftijd 1ste - 2de middelbaar). Je staat aan te schuiven voor de wildwaterbaan. Je ziet een mannelijke leider kijken naar de borsten en de poep van je leden.
- Je bent een vrouwelijke leiding en enkele leden (3de – 4de leerjaar) komen met je praten. Tijdens dat ze met je praten, beginnen ze je speels te duwen. Ze zetten plots hun handen op je borsten en duwen je zo verder naar achter.
Bevraag per situatie waarom ze die kleur van kaartje hebben opgestoken. Laat ruimte voor discussie.
Daarna ga je verder met het spel. Je verdeelt de leden in groepjes (hoeveel groepjes en leden per groepjes kan je kiezen) en geeft hen elke cases uit het spel. Je geeft hen de opdracht om de situatie te bespreken aan de hand van de criteria en daarna een vlag toe te kennen. Het is ook de bedoeling dat ze de reactie op de situatie ook beoordelen. Daarna kunnen ze de kaart omdraaien en de oplossing vanuit het spel bekijken.
Bevraag hierna nog wat ze vonden van de oefening en wat ze leerden, sluit daarna de activiteit af.
Materiaal
- Spel: (N)iets mis mee ?!
- Gekleurde kaartjes per deelnemer: zwart, rood, geel en groen.