Er is een grote oorlog uitgebroken. Twee volkeren staan tegenover elkaar.
De twee ploegen hebben elk hun kleur van verfwater in een bassin. Als wapen heeft iedere strijder een spons (aan een touw gebonden). De strijders lopen in bloot bovenlijf (of bikini).
Vanaf dan is het heel simpel:
Ze drenken hun spons in verfwater. Bij het startsignaal trekken ze ten strijde. als ze een tegenstander ontmoeten op het veld, gaan ze hem te lijf met de verfspons.
Indien een strijder geraakt is, moet deze naar de ziekenboeg. Dat is een groot bad of een tuinslang, ... Daar is iemand van de begeleiding die de zieken "geneest" door de verf af te wassen.
zo kan de strijder weer naar het front.
Variaties
1. In het kamp van iedere stam zet je een witte tempel of kasteel (wit papier of witgeschilderd). Geraakt de vijand in het kamp, mag hij vanop een afstand naar de tempel mikken. Eens de tempel volledig in het kleur van de vijand is, is hij overmeesterd.
2. Iemand van de leiding speelt de "zwarte ridder"; met een dikke spons met veel zwarte verf: de zwarte ridder "doodt" iedereen op zijn weg. (dat zwart gaat er moeilijker af, als je het niet te veel aflengt)