Er gaat 1 iemand naar buiten (of naar binnen , het is te zien hoe je het bekijkt), de anderen spreken af waar die persoon zich zal bevinden (vb. op het toilet). De anderen doen dan geluiden na die die omgeving typeren. De persoon mag nu binnenkomen (of buitenkomen, het is te zien hoe je het bekijkt) en moet nu raden waar ergens deze zich bevindt.