Ik zie, ik zie wat jij niet ziet
Ik zie, ik zie wat jij niet ziet
Doel
Durf ik verder zien dan mijn neus lang is? En ben ik bereid hierover aan anderen iets te vertellen zodat ook zij meer kunnen zien?
Inkleding
Op de vraag van de twee leerlingen ‘Meester, waar houdt Gij u op?’, geeft Jezus een kort maar duidelijk antwoord: ‘Kom en zie’. Om te zien, moet je je engageren. Zien is meer dan enkel kijken, het vraagt tijd, aandacht, om zo tot inzicht te komen. Wie bereid is met Hem op pad te gaan, bij Hem te verblijven, zal stilaan ‘zien’, ‘proeven’, ‘weten’ wie Jezus is en zo van Hem kunnen houden. En nog altijd geldt, waar het hart vol van is, loopt de mond van over. Niet verwonderlijk toch dat Andreas zijn broer Simon enthousiast verhaalt van die ontmoeting: ‘Wij hebben de Messias gevonden’ en hem op zijn beurt bij Jezus zelf brengt zodat ook Simon kan ‘zien’ wie Jezus is.
Verloop
In deze werkvorm willen we ons oefenen in het ‘zien’, het stil maken, aandacht geven, onze zintuigen volle kansen geven.
We doen dit in 3 stappen.
- In het bos, een stuk natuur of mooie omgeving hangen een 20-tal fotokaders. Het gaat echter enkel om de kaders. De binnenkant wordt gevormd door bv. boomschors, grassprieten, een blad, een steen,…
Iedereen gaat de natuur in en bekijkt de verschillende foto’s. Elkeen kiest een foto uit die iets laat zien wat hij/zij tevoren nooit gezien had. Na 15 minuten keert iedereen naar de verzamelplaats terug. De groep loopt langs de verschillende foto’s en de jongeren vertellen aan elkaar waarom ze welke foto uitgekozen hebben.
- In dezelfde omgeving hangen een twintigtal gedichten, spreuken, gebeden op. Iedereen gaat in stilte de natuur in, leest de teksten rustig, en kiest er een uit die hen treft. Na 15 minuten keert ieder naar de verzamelplaats terug. De begeleider deelt kopies uit waar alle teksten op staan. Elkeen vertelt waarom hij/zij die bepaalde tekst koos, wat daarin treffend is, waaraan dit doet denken?
- In dezelfde omgeving hangen perikopen uit het evangelieverhaal Joh. 1, 35-42. Opnieuw gaat iedereen de natuur in en leest rustig de verschillende perikopen. Ieder kiest één treffende perikope. Na 15 minuten verzamelt de groep. De begeleider leest de gehele evangelietekst. Voorzie voor de jongeren best een kopie en lees zelf voor uit de bijbel. Nadien vertelt iedereen welke perikope hem/haar het meest raakte en wat dit voor hem/haar betekent. Door het delen met elkaar zal je merken hoe het evangelie een rijke betekenis heeft. Dingen die je bij het horen van het verhaal niet opmerkte, worden door een ander net als belangrijk ervaren. Ik zie, ik zie wat jij niet ziet.
Perikopen
Joh. 1, 35 – 42
De volgende dag was Johannes daar weer; twee van zijn leerlingen waren bij hem. Hij richtte zijn blik op Jezus, die daar langskwam, en zei: “Daar is het lam van God”. De twee leerlingen gaven gehoor aan zijn woord en volgden Jezus.
De twee leerlingen gaven gehoor aan zijn woord en volgden Jezus.
De volgende dag was Johannes daar weer; twee van zijn leerlingen waren bij hem. Hij richtte zijn blik op Jezus, die daar langskwam, en zei: “Daar is het lam van God”.
Johannes richtte zijn blik op Jezus, die daar langskwam, en zei: “Daar is het lam van God”. De twee leerlingen gaven gehoor aan zijn woord en volgden Jezus.
Johannes richtte zijn blik op Jezus.
Jezus keerde zich om, zag dat ze Hem volgden en sprak hen aan: “Zoeken jullie iets?”
Ze zeiden: “Rabbi (dat betekent: meester), waar houdt U uw verblijf?” Hij antwoordde: “Kom mee en je zult het zien”.
Ze gingen mee en zagen waar Hij zijn verblijf hield. En ze verbleven die dag bij Hem.
Jezus keerde zich om, zag dat ze Hem volgden en sprak hen aan: “Zoeken jullie iets?”
Ze zeiden: “Rabbi (dat betekent: meester), waar houdt U uw verblijf?” Hij antwoordde: “Kom mee en je zult het zien”.
Hij antwoordde: “Kom mee en je zult het zien”.
Andreas, de broer van Simon Petrus, was een van die twee die naar Johannes had geluisterd en Jezus waren gevolgd. De eerste die hij ging opzoeken was zijn broer Simon. “We hebben de Messias gevonden!”, zei hij. (Messias betekent: gezalfde.) Daarop bracht hij hem bij Jezus. Jezus richtte zijn blik op hem en zei: “Jij bent Simon, de zoon van Johannes; voortaan zul je Kefas heten”. (Dat betekent: Rots).
Daarop bracht hij hem bij Jezus.
Andreas, de broer van Simon Petrus, was een van die twee die naar Johannes had geluisterd en Jezus waren gevolgd. De eerste die hij ging opzoeken was zijn broer Simon. “We hebben de Messias gevonden!”, zei hij. (Messias betekent: gezalfde.)
Andreas, de broer van Simon Petrus, was een van die twee die naar Johannes had geluisterd en Jezus waren gevolgd.
Jezus richtte zijn blik op hem en zei: “Jij bent Simon, de zoon van Johannes; voortaan zul je Kefas heten”. (Dat betekent: Rots).
“We hebben de Messias gevonden!”, zei hij.
Tekstmateriaal
Tekst 1
Ga uit uw land vandaan, verlaat uw vaderhuis.
Heer, waar zijt gij?
Mijn kind, verlaat eerst je huis… en kijk naar je buren.
verlaat je parochie… en zie naar al die anderen die geloven.
verlaat je gemeente… en aanschouw de stad van God.
verlaat je provincie… en zing samen het lied van de Weg.
verlaat je land… en ontdek de wereld en haar mensen.
Verlaat je schijnbaar vertrouwde zelf!
Laat jouw zorgen ver achter
en geloof opnieuw.
Laat jouw pijn en vreugde ver achter
en hoop opnieuw.
Laat jouw sympathie en antipathie ver achter
en heb lief opnieuw en opnieuw en…
KOM DAN EN ZIE!
Tekst 2
Een van de meest fascinerende processen in de natuur is de metamorfose van rups tot vlinder. Het meest verbijsterende in dit proces is wel dat de rups totaal onherkenbaar is geworden in de gedaante van de vlinder, terwijl we nochtans weten dat het hier om hetzelfde wezen moet gaan.
Rupsen zijn traag en laag bij de gronds – ze wekken een beetje onze afkeer op – vlinders daarentegen zijn hemelse bloemenbezoekers die haast zelf vliegende bloemen lijken. Van de rups is niets meer terug te vinden in de vlinder, het lijkt alsof de rups gewoon is verdwenen of gestorven en er uit het achterblijvende omhulsel iets geheel nieuws is geboren. Maar het nieuwe is in dit geval hetzelfde als het oude, alleen in een andere gedaante.
Prangende en ontredderende vragen rijzen hier over de identiteit van het zich transformerende wezen: wat is het ware ‘zelf’ dat de transformatie draagt? Is het de rups, is het de vlinder – of is het wellicht juist de cocon waar de één in verdwijnt en de ander uit tevoorschijn komt?
Gebed 3
Heer,
ga met ons mee
als een ster
ondoofbaar ver
als waarheid, raak
en onuitkoopbaar
als een kracht in de voet
nooit moedeloos moe
als een witte stip op de weg
platgetreden, uitgevreten
vriend in de mist.
Heer,
ga met ons mee
en spreek ons aan
in het woord
en in de stap van hen
die met ons gaan
en luister, en laat ons
in de stilte horen
dat je luistert.
Heer,
toon ons
waar je woont
open voor ons de deur
duw de aarzeling weg
dat we durven binnentreden
Heer,
toon ons
wie je bent
open ons
de ogen
en teken ons voorhoofd
met jouw dromen.
Mgr. Laridon
Tekst 4
Soms lig ik in het gras.
Zomaar.
De zon schijnt. Het is warm.
En ik lig daar maar.
Opeens zie ik een sprinkhaan.
En kleine kevertjes.
Een hommel.
En een bij.
En gele en paarse bloemen.
Teveel om op te noemen.
De bloemen staan daar maar.
De sprinkhaan springt.
De kevertjes kruipen tussen de grassprieten.
De hommel en de bij zoemen
en vliegen van bloem tot bloem.
Zo dikwijls heb ik
naar het gras gekeken
zonder iets te zien.
Ik moet in het vervolg
beter uitkijken!
Tekst 5
Ik zag een heerlijk weelderig groeiende plant tegen de muur van een oud, vervallen schuurtje. Het was een bloeiende aardappelplant. Een prachtexemplaar. Hoe verrassend hier op deze plek tussen de netels waar nooit aardappelen gestaan hadden. Ik ging dichterbij en zocht naar de aardappel die zoveel bladeren en bloesems exposeerde alsof hij de eerste prijs wilde halen in een wedstrijd. Tot mijn grote verbazing vond ik een tengere stengel, die uit een scheur in de muur kwam naar buiten gekropen. Ik bukte me om binnen te gaan door de lage deur en zag een lange, kale stengel binnen langs de muur omhoogklimmen, wel een meter hoog, om dan naar buiten te gaan. In een oude kist lag, volledig verschrompeld, de aardappel. Hij had alles gegeven om mij te vertellen hoe alles in de natuur zoekt naar het licht en hoeveel leven er groeien kan uit het sterven. Wie zichzelf helemaal verliest, mag een wonder verwachten. Begin dus niet altijd met nemen en eisen, maar met geven, helpen en troosten, met jezelf te vergeten voor anderen. De gave van jezelf, dat is liefde!
Tekst 6
Ik voel God,
Ik zie God.
Ik hoor God spreken over zijn liefde voor mij
in elke bloem, die zomaar voor me bloeit,
in elke boom, die vruchten draagt,
in elke vogel, die zomaar voor me zingt.
Als ik over de wereld ga
en langs de lente kom
dan voel ik me diep bemind
in alles wat groeit en bloeit,
in alles wat leeft en lacht,
in alles wat me elk jaar opnieuw
van uit de aarde wordt aangereikt
in het paradijslijk wonder van de natuur.
Met zachte handen streelt Hij mij
als Hij langskomt in de avondwind
om het rijpe koren te wiegen
voor het slapengaan
en de ogen van de bloemen te sluiten.
In ’t kloppen van m’n hart
ervaar ik het ritme van Zijn stem.
In de goedheid en de genegenheid van de mensen
voel ik Zijn liefde voor mij.
God is verliefd en alles is gave.
Elke gave is een woord van God,
waarmee Hij zeggen wil
hoeveel Hij van me houdt.
God is verliefd op mij – Phil Bosmans
Gebed 7
Wek mijn zachtheid weer.
Geef mij terug
de ogen van een kind.
Dat ik zie wat is.
En mij toevertrouw.
En het licht niet haat.
Huub Oosterhuis
Gebed 8
Is het zien niet een juweel?
Is het horen niet een schat?
Is het spreken niet een heerlijkheid?
O Heer,
vergeef mij mijn ondankbaarheid
en genees mij van mijn botheid,
mij, die van die geschenken niet naar waarde geniet.
De vrijheid van uw mildheid heeft mij misleid.
Ze zijn zo vanzelfsprekend dichtbij
dat ik ze niet heb opgemerkt.
Gij hebt mij overstelpt met uw zegeningen
en ik was het mij niet bewust.
Maar nu dank ik U ervoor
en aanbid en prijs U voor uw onmetelijke gunsten.
Thomas Traherne
Gebed 9
Maak het stil in mij, Heer,
zoals bij de bron,
dt ik verwonderd kan staan
over de kracht van het leven,
die bij U zijn oorsprong vindt,
vandaag, morgen en in eeuwigheid.
Gebed 10
Leid mij vriendelijk Licht,
door het duister om me heen,
wijs mij de weg.
De nacht is donker, mijn thuis zo ver,
wijs Jij de weg.
Belicht Jij de plaats waar ik mijn voeten zet.
Nee, ik vraag Je niet
de horizon te mogen zien.
Eén stap is al genoeg!
Kardinaal John Henry Newman
Gebed 11
Heer, er zijn vóór uw ogen,
dat is het.
De ogen sluiten van mijn lichaam,
de ogen sluiten van mijn geest,
en stil zijn, onbeweeglijk,
me aan U uitleveren,
zoals Gij U aan mij uitgeleverd hebt,
bij U aanwezig zijn
die altijd, grenzeloos, aanwezig zijt.
Heer, ik vind het goed
niets te voelen,
niets te zien,
niets te horen,
leeg van gedachten,
leeg van elk beeld,
in de duisternis.
Daar ben ik dan,
zo goed als ik dat kan,
om U te ontmoeten, onbelemmerd,
in zwijgend geloven,
vóór uw ogen, Heer.
Michel Quoist
Gebed 12
God,
Als mijn leven maar één dag zou duren:
één voormiddag om te groeien,
één namiddag om te bloeien
en bij het vallen van de avond
verwelken van ouderdom,
dan zou ik elke minuut,
ja, elke seconde,
naar waarde schatten,
enkel nog
voor het echt belangrijke kiezen.
God,
leer me vandaag meer leven
als in een leven van de enige dag!Op zoek op naar meer inhoudelijke werkvormen?
Surf naar www.ijd.be
/* Style Definitions */ table.MsoNormalTable {mso-style-name:Standaardtabel; mso-tstyle-rowband-size:0; mso-tstyle-colband-size:0; mso-style-noshow:yes; mso-style-priority:99; mso-style-qformat:yes; mso-style-parent:""; mso-padding-alt:0cm 5.4pt 0cm 5.4pt; mso-para-margin:0cm; mso-para-margin-bottom:.0001pt; mso-pagination:widow-orphan; font-size:10.0pt; font-family:"Times New Roman","serif";}
20 fotokaders (zelf geknutseld)
Gebeden en bezinningsteksten (om uit te hangen en verzameld op een blad voor elke deelnemer)
Zinnen uit het evangelieverhaal ‘Kom en zie’ ( om uit te hangen en verzameld op een blad voor elke deelnemer)