Wii party in real life

We spelen dus WII party maar dan in het echt. 

Doel van het spel: Om ter meeste WII munten verdienen

=> hoe verdien je WII munten?

Om de buurt mag er een lid een spel kiezen, de winnaar van het spel krijgt een bepaald aantal WII munten + hij/zij mag een nieuw spel kiezen 

=> hoe kies je de spelen? 

Je hangt op een muur alle prenten op van de WII minigames (deze zitten in bijlage)

=> de verschillende minigames 

• de paardenrace (2 WII munten)=> iedereen zijn paard krijgt vandaag de naam Bliksem. We spelen dus het aaa spel aan de hand van de naam Bliksem. De speler die het verste is geraakt is de winnaar. aa spel: om ter langste aaa roepen terwijl je loopt 
• 1.2.3 cheese!! (3 munten) => ze mogen om de beurt een mop vertellen aan de leiding, de grappigste mop wint OF je speelt het exact zoals op de WII. Je neemt 1 GSM en er gaat telkens 1 iemand voor de groep staan, de anderen wisselen dus af met serieus kijken en lachen, degene die uiteindelijk het meest lachende mensen op de foto had staan is de winnaar
• wandelen maar (2 munten) => alle leden worden geblinddoekt op 1 lijn gezet. Nadien gaat er 1 iemand van de leiding ergens op het terrein staan. de leden proberen nu blindelings naar de leiding toe te stappen. degene die na een minuut het dichtste bij de leiding staat wint 
• stabiliteit (3 munten) => de leden gaan op 1 been staan en houden dit om ter langste vol. we proberen dit eerst op de gewone grond, nadien bv op een bank en nadien op een nog minder stabiel vlak 
• blikjes schieten (3 munten) => de leden proberen met een balletjes een blik omver te gooien/ meerdere blikken. degene die het meeste blikken heeft kunnen omgooien wint 
• gezichten puzzelen (4 munten) => de leden krijgen allemaal een puzzel met hun eigen gezicht of het gezicht van een leiding. ze proberen dit zo snel mogelijk op te lossen. het lid dat als eerste het gezicht volledig heeft kunnen puzzelen wint 
• vlaggenroof ( 3 munten) => we spelen vlaggenroof, maar tot 3 punten 
• vuurwerk (2 munten) => iedereen mag bij een leiding gaan staan waarvan hij/zij denkt dat de leiding er goed in is. nadien doet de leiding een wedstrijdje. bv armworstelen, aa roepen, blad steen schaar 
• duizeldoolhof (3 munten)  =>  De leden staan elk in uithoek van het lokaal of van de plaats waar je speelt. Ze mogen enkel rechtdoor wandelen of draaien aan de hand van springen. Als ze in een hoepel staan bepaald de kleur van de hoepel wat ze nu moeten doen. Ze proberen tot in het midden te geraken – in deze hoepel staat iemand van de leiding.Rode hoepel = achteruit wandelen, Blauwe hoepel = zijwaarts wandelen, Groene hoepel = kruislings
• golf (2 munten) => schoenwerpen 
• gezichtenzoeker (3 munten) => we splitsen weer op in 2 teams. We spelen het kaartenspel waarbij ze dus eerst de 1 moeten zoeken en zo gaan ze verder tot ze de koning hebben gevonden.
• doelpunten scoren (3 munten) => wie van jullie kan er het meeste doelpunten scoren? Dit door middel van een bal tussen de benen van de leiding te sjotten. De persoon die als eerste 2 keer raak sjot wint.
• raad de tijd (2 munten) => de kinderen proberen te raden wanneer er 1 minuut voorbij is. Dit doen ze door hun handen in de lucht te steken.
• helikopter ophaling (3 munten) => op tafel liggen allerlei ‘balletjes’. De leden worden geblinddoekt en moeten proberen om zoveel mogelijk balletjes binnen de 30 sec in een kom te scheppen met een lepel. Degene met de meeste balletjes wint
• volg het balletjes (2 munten) =>  De leden proberen een balletje te volgen dat onder de beker zit. Ze doen dit een voor een maar als je fout had heb je pech en lig je er uit dit doen we tot er 1 iemand over blijft
• trappen tellen (3 munten) => De leden krijgen allemaal een kaart uit een spel kaarten met de cijfers 1-2-5. Op het signaal steken ze de kaarten in de lucht. Dit kan dus cijfer 1-2-5 zijn. Degene die geen kaart hebben die een andere ook in de lucht staken winnen en mogen dat aantal stappen vooruit. De anderen hebben pech en blijven staan. Degene die als eerste de kegel bereikt heeft gewonnen.
• zomergevecht (3 munten) => hanengevecht 
• kies een kant ( 2 munten) => De leden staan allemaal een 1 kant van de lijn. Ze reageren op de woorden appel en banaan. Wanneer ze appel horen gaan ze aan de linkerkant van lijn staan, wanneer ze banaan horen gaan ze aan de rechterkant van de lijn staan. Reageren ze verkeerd dan vallen ze af
• optrekken (3 munten) => degene die het meest zichzelf kan optrekken wint of het meeste kan pompen 
• kies een kant 2 (3 munten) => De leden staan allemaal op een lijn achter elkaar – geblinddoekt/of met het gezicht niet in de richting van de leiding. De leiding steekt op voorhand een rechter- of een linkerarm uit of geen. Nadien proberen de leden te raden wat de leiding gedaan heeft. Wanneer ze NIET doen wat de leiding deed hebben ze het juist. Degene die hetzelfde doen als de leiding verliezen.