Speluitleg: De groep wordt verdeeld in twee ploegen. Beide ploegen proberen om binnen hun ploeg tien passen te geven met de bal zonder dat deze op de grond valt. Wanneer er tien passen gegeven werden binnen één ploeg krijg je één punt. Valt de bal wel op de grond, dan moet je opnieuw beginnen tellen. Valt de bal in handen van de tegenstander dan moeten ook zij van nul beginnen tellen. De ploeg met de meeste punten wint.
Variant: 10-ballonbal Hetzelfde principe als 10-bal, maar nu met een ballon. Ze moeten de ballon met één volledige hand aangetikt hebben voordat het punt telt. Ploft de ballon, dan beginnen ze opnieuw te tellen.
Krabbenbal
Materiaal:
1 zachte bal
4 kegels
Speluitleg: De groep wordt in twee ploegen verdeeld. Elke ploeg kiest een doel en komt dan in het midden samen in krabpositie (op handen en voeten en buik omhoog). Het is de bedoeling dat ze zich de hele tijd zo voortbewegen en een goal maken door de bal in het doel van de tegenstander te krijgen. De bal mag niet met de handen worden aangeraakt. Raakt de ballon buiten het speelveld dan werpt de scheidsrechter deze in.
Strijdvoetbal
Materiaal:
30 fietsbinnenbanden (helft van het aantal deelnemers)
voetbal
Speluitleg: De groep wordt verdeeld in twee ploegen. Per twee (één uit ploeg A, één uit ploeg B) kruipen ze in een fietsband en nemen ze plaats in het veld. De bal wordt ingeworpen en het spel kan beginnen. Doel: zoveel mogelijk goals scoren in je eigen doel! Variant: driepikkelvoetbal Nu worden twee spelers van dezelfde ploeg met de middelste voeten door middel van een sjaal aan elkaar vastgemaakt. Daarna wordt er voetbal gespeeld volgens de normale regels.
Viervoetbal
Materiaal:
1 zachte bal
afbakenlint en 8 kegels (terreinafbakening en voetbaldoelen)
50 ballonnen
1 bus gele verf
1 bus blauwe verf
1 bus groene verf
1 bus rode verf
Speluitleg: Er zijn 4 ploegen en ook 4 doelen. De moni’s verdelen de groepen door een streep verf in een bepaald kleur op hun voorhoofd te zetten. Voor de rest is alles hetzelfde als gewoon voetbal. De ploeg die een doel maakt krijgt een punt. De ploeg met het meeste punten, wint.
Vliegen vangen
Materiaal:
1x MORA bitterballen excellent
Speluitleg: Iedereen staat in een kring rond één persoon die de bal in zijn bezit heeft. Iedereen houdt zijn handen tegen elkaar. De persoon in het midden gooit de bal naar iemand in de kring. Deze mag even zijn handen uit elkaar doen, anders is hij al zijn vliegen kwijt (dus ook bij een schijnmanoeuvre). Als de bal gevangen wordt, dan heb je een vlieg meer.
Stokbal
Materiaal:
1 fitnessbal
4 bezemstelen
1 alcoholstift
4 kegels
Speluitleg: De groep wordt in vier gelijke ploegen verdeeld en de ploegen gaan zo staan dat er een vierkant wordt gevormd. De deelnemers staan met het gezicht naar mekaar. Voor elke groep staat een kegel, daar moeten ze achter blijven. Bij de kegel ligt een stok. In het midden van het vierkant ligt een bal. De spelleider schrijft een cijfer op de hand van de deelnemers. Die cijfers komen in elke groep telkens terug. De spelleider roept dan één cijfer. Dan lopen de vier kinderen met het cijfer op hun hand naar het midden. Ze nemen hun stok mee en moeten proberen met hun stok de bal in hun eigen kamp te krijgen. De bal mag niet met de handen aangeraakt worden.
Gloeiende ballen
Materiaal:
20 pingpongballen
6 handballen
8 tennisballen
4 basketballen
4 voetballen
4 rugbyballen
4 strandballen
10 fitnessballen
2 kegels
Speluitleg:
Het terrein wordt in twee delen verdeeld. Aan iedere kant worden evenveel ballen gelegd. Op het teken van de spelleider mogen de deelnemers met ballen gooien (steeds één per één). Doel van dit spel: zo weinig mogelijk ballen op jouw terrein hebben als de spelleider fluit. Na enkele minuten wordt het spel afgeblazen. Wie heeft de minste ballen op zijn terrein?
Voetbal met levende doelen
Materiaal:
20 pingpongballen
6 handballen
8 tennisballen
4 basketballen
4 voetballen
4 rugbyballen
5 strandballen
10 fitnessballen
2 bezemstelen
Speluitleg: Twee spelers worden aangeduid om levende doelpalen te spelen. Zij houden elk met één hand een bezemsteel vast. De anderen spelen volgens het normale reglement voetbal, maar het doel doet stevig zijn best om heen en weer te lopen over het terrein.
Jagergehaktbal
Materiaal:
een zachte bal
Speluitleg: De jager is in het bezit van de bal. Hij kan de anderen tikken door hen aan te tikken met de bal. Wie aangetikt werd moet met zijn benen open staan. De anderen kunnen de aangetikte persoon bevrijden door onder zijn benen door te kruipen. Je kunt niet aangetikt worden als je onder iemands benen zit.
De wilde jager
Materiaal:
3x EVERYDAY gehaktballen
Speluitleg: De wilde jager heeft een aantal knechten, die hem zijn toverbal toewerpen. Wie erdoor getroffen wordt, moet op de plaats waar dit lot hem treft op de hurken gaan zitten. Maar als een bijzonder moedige en dappere speler erin slaagt, de bal te vangen, dan is de hele nachtmerrie voorbij en zijn al degenen die betoverd waren verlost. De knechten mogen niet werpen, maar moeten hun heer en meester de bal toespelen. Voor iedere worp moet de bal worden gevangen.
Volleybal
Materiaal:
1 fitnessbal
1 volleybalnet
Speluitleg: De groep wordt in twee ploegen verdeeld, die aan weerszijden van het net staan. Het doel van het spel is om de fitnessbal op de vloer van het veld van de tegenstanders te krijgen. Je mag de bal enkel overspelen door met je beiden handen tegen de bal te toetsen of door met gestrekte armen je beiden handen in een vuist te houden.
Eskimovoetbal
Materiaal:
4 kegels
wereldbal
Speluitleg: Er worden vier kegels evenwijdig van elkaar opgesteld. De afstand tussen de kegels is groet genoeg om de helft van de deelnemers ertussen te plaatsen. De spelers worden verdeeld in twee even grote ploegen die zich elk op een lijn opstellen. Middenin het veld staat de scheidsrechter. Hij laat de bal langzaam in het veld rollen en als de bal stilligt, roept hij „ai‟. Dit is voor beide ploegen het teken om het veld op te rennen en te trachten de bal over de lijn van de tegenpartij te krijgen. De bal mag niet met de handen worden aangeraakt. Wie de bal over de lijn van de tegenpartij weet te werken, scoort een punt.
Buskestamp
Materiaal:
1 wereldbal
Speluitleg: Er is zijn drie tikkers die iedereen komen zoeken. Als je aangetikt bent, moet je op een centrale plaats komen staan. Iedereen die daar staat is bevrijd als iemand de bal (die daar ergens ligt), wordt weggeschopt, zonder dat de tikkers zijn naam kunnenzeggen. De tikkers moeten drie meter van de bal blijven.
Materiaal
30 fietsbinnenbanden
4 leren voetballen
1 afbakenlint
1 bus gele verf
1 bus groene verf
1 bus blauwe verf
1 bus rode verf
1 zak MORA bitterballen
4 bezemstelen
4 alcoholstiften
20 pingpongballen
6 handballen
6 tennisballen
4 basketballen
4 strandballen
3 pakken EVERYDAY gehaktballen
30 A5-blaadjes
30 balpennen
1 wereldbal
10 fitnessballen
1 volleybalnet
1x laken 200cm x 240 met baspelen
3x EVERYDAY balletjes in tomatensaus bokaal