Voor deze activiteit worden leden en leiding in zwart-wit gekleed verwacht.
Inkleding:
Maak een spelbord (groot genoeg) op een stuk karton met afwisselend witte en zwarte vakjes. Voorzie meer witte dan zwarte vakjes. Het spelbord leggen we op een tafel in het midden van het lokaal.
Voor elke groep zijn er scoreblaadjes nodig, dit zijn tekeningen van een Dalmatiër waarop nog geen vlekjes staan. Bij elk punt dat gescoord wordt mag een vlekje getekend worden.
Dalmatiërkaartjes: dit zijn kaartjes met opdrachten, op de achterkant staat telkens een Dalmatiër. We hebben drie verschillende kaartjes. De Dalmatiërkaartjes worden opgehangen op het prikbord.
SPELVERLOOP
Groepsindeling:
We verdelen de leden in groepjes van 4 à 5 personen. Iedereen krijgt een halsband om. De leden met dezelfde kleur vormen een groep.
Start van het spel:
Alle groepen hebben een gekleurde pion en beginnen op het startvakje van het spelbord. Om de beurt wordt er met de dobbelsteen gegooid. Het aantal ogen is het aantal plaatsen dat de pion verzet mag worden.
Als de pion op een zwart vakje terechtkomt mag het groepje van wie de pion is een Dalmatiërkaartje kiezen. De opdracht op dit kaartje wordt dan gespeeld, de groep die de opdracht wint krijgt het kaartje.
Voor elk kaartje wordt een vlekje gekleurd op het scoreblad, wanneer de groep reeds een kaartje had met dezelfde Dalmatiër erop worden er twee vakjes gekleurd. De groepen hebben er dus belang bij dat ze zelf een kaartje mogen kiezen.
Opdrachten:
- Zo snel mogelijk een Dalmatiërpuzzel maken.
- Dalmatiërvoetbal (Chinese voetbal). Van welke ploeg blijft er het langst iemand in de cirkel.
- Zo snel mogelijk de vlekjes tellen op een tekening van een dalmatiër.
- Hondenren: per ploeg wordt de linkervoet van de ene aan de rechtervoet van de andere gebonden tot de ganse ploeg aan elkaar hangt. Wie bereikt het snelst de overkant?
- In het lokaal hangen overal stukjes van een dalmatiërpuzzel verspreid. Welke groep verzamelt er de meeste?
- Hondenbrokjes verzamelen: Welke ploeg heeft er de meeste op vijf minuten?
- Touwtje springen: Welke groep blijft er het langst aan één stuk door springen?
- Hondenrassen: Elke groep bedenkt zoveel mogelijk namen van hondenrassen.
- Drinkbak: De groepen slurpen om het eerst een bakje water leeg.
- Hondendressuur: Van elke groep moet er iemand geblinddoekt een parcours met hindernissen afleggen, de andere groepsleden moeten aanwijzingen geven.
- Snuffelen: doe een aantal zaken die sterk ruiken (vb. opengesneden citroen, pas afgereden gras, koffie, WC-geur,…) in een gesloten potje, door te ruiken moeten de groepen proberen te raden wat er in zit.
- Hondenbrokken vangen: De ploegmaten gooien nootjes naar elkaar. Ze moeten deze proberen op te vangen en tuffen ze dan uit in een bakje. Welke ploeg heeft er de meeste na drie minuten?
- Flaporenspel: Alle leden hangen een elastiekje aan hun oor. Ze krijgen ook elk een wasknijper. Gedurende vijf minuten proberen ze elastiekjes te verzamelen door die bij een ander te pakken met de wasknijper. Als ze er eentje vangen, hangen ze dat bij aan hun oor. Welke ploeg heeft na vijf minuten de meeste elastiekjes?
- Dierennamen: De delen uit de twee rijtjes passen bij elkaar. Zoek zo snel mogelijk welke delen bij elkaar horen.
- Hond en baasje: principe paard en ruiter (gooi met een bot)
Twee leden uit een verschillende ploeg gaan bij elkaar staan en spelen het spel. Zo spelen alle leden éénmaal. Welke ploeg won het meest?
- Vlooienspel: Alle leden krijgen drie wasknijpers met vlooien opgespeld. De bedoeling is zoveel mogelijk vlooien bij de andere ploegen te pikken en die dan naar het baasje te brengen. Welke ploeg heeft er de meeste?
- Zoek de verschillen: Welke ploeg vindt eerst alle verschillen tussen de twee tekeningen?
- Trucje: Schrijf zo snel mogelijk vijf trucjes op die je aan een hond kan leren.
- Aportrace: De spelers staan achter een lijn, lopen naar de overkant waar een voorwerp ligt. Wie brengt het voorwerp het snelste over de lijn.
- Hondenrace: De hele ploeg zet zich op handen en knieën, de tweede pakt de enkels van de eerste vast, de derde de enkels van de tweede,...
Welke ploeg is er het eerste aan de overkant??
Speleinde:
Het spel eindigt als alle kaartjes op zijn of als een groep het laatste vakje heeft bereikt. De groep die het hoogst aantal gekleurde vlekken heeft, is de winnaar.
(Als een groep het laatste vakje bereikt, krijgt deze ploeg 3 extra vlekken!)