Iedereen zit op een stoel in een kring. Iedereen krijgt 1 speelkaart. Doel van het spel is zo snel mogelijk doorheen de kring te schuiven en als eerste op je oorspronkelijke stoel te zitten. De spelbegeleider heeft een boek kaarten vast. Hij neemt de bovenste kaart en zegt tegen de groep welke deze is: harten, ruiten, klaveren of schoppen. Als de getrokken kaart een harten is dan mogen enkel alle personen in de kring die een hartenkaart hebben 1 stoel naar links opschuiven. Hij gaat dan op de schoot zitten van die persoon die er reeds zat. Zo gaat het spel verder tot iemand volledig rond is. Let wel: men mag enkel een stoel naar links opschuiven als er niemand op je schoot zit.
Variaties
De spelleider kan soms bv ook zeggen: bv 3, en dan mogen de personen met ruiten 3, harten 3, klaveren 3 en schoppen 3 een plaats opschuiven.
van Thomas Van Hoevelen, AG/, Pleplo, Antwerpen/linkeroever