De kaarten worden verdeeld over de spelers. De speler links van de deler mag een kaart afleggen. Dit gebeurt met de rug van de kaart omhoog. Deze speler zegt de waarde van de kaart die hij aflegt, bv 8.
De volgende speler moet nu volgen, en zegt 9. Zo gaat het door, steeds om beurten, met tien, boer, koningin, koning, aas, twee,..
Wie de goede opvolgende kaart niet heeft, kan z'n beurt overslaan of `smokkelen'. Hij legt dan een andere kaart, maar noemt toch de vereiste waarde.
Let op, andere spelers mogen controleren. Wie controle wil doen, roept `gesmokkeld'. Nu moet de laatst gelegde kaart gedraaid worden. Heeft de speler inderdaad gesmokkeld, dan moet hij alle reeds gelegde kaarten nemen. Heeft deze speler niet gesmokkeld, dan moet de roeper alle kaarten nemen !
Was de gecontroleerde kaart een joker, dan moet de roeper de kaarten ook nemen, want een joker mag voor elke waarde worden afgelegd. Wie als eerste alle kaarten kwijt is, wint. En de laatst gelegde kaart mag niet meer gecontroleerd worden.
Variant:
- Alleen met soorten werken (ruiten, schoppen, harten en harten), er moet steeds in dezelfde volgorde afgewisseld worden.
