Jackpot

Jackpot

Speluitleg
Materiaal: kaartspel, moet niet volledig zijn (als er veel spelers zijn, twee kaartspelen), voor
elke speler een lepel.

De kaarten worden allemaal verdeeld over de spelers. De lepels liggen, met de stelen naar het midden in een cirkel op de tafel.

Een speler legt een kaart op de stelen van de lepels. De volgende speler moet volgen en legt een kaart van dezelfde soort of met hetzelfde cijfer. Kan iemand niet volgen in dezelfde soort of hetzelfde cijfer, dan legt hij twee willekeurige kaarten in het midden. Legt er iemand een aas (=een), dan mag je zo vlug mogelijk op de lepel die voor je ligt slaan. De kaarten vliegen in de lucht; iedereen probeert er zoveel mogelijk te verzamelen. Ook als er twee kaarten met hetzelfde cijfer na mekaar vallen (bv. harten zeven wordt gevolgd door klaveren zeven), mag er geklopt en gegrabbeld worden.

De persoon die de laatste kaart had geworpen, mag de eerste kaart in het midden werpen. Zo probeer je zoveel mogelijk kaarten te verzamelen.

Het spel is gedaan als er een iemand geen kaarten meer heeft. Je speelt best met minimum vier lepels (als je met twee bent, neem je twee lepels voor je rekening).

Variante: je mag enkel die kaarten nemen die echt in de lucht vliegen
Materiaal
Organisatie
Scouts en Gidsen Vlaanderen

Leeftijd

6
tot
99 jaar

Aantal spelers

1
tot
99 spelers
Duur
60 minuten
Aantal groepen
1 groep
Soort
Intensiteit
matig