Opstelling:
De spelers zitten rond een tafel. Iedere speler krijgt één lepel. De spelers leggen hun lepel op de tafel in een cirkel met de stelen tegen elkaar. De holle kant van de lepel ligt naar boven.
Een spel kaarten wordt verdeeld onder de spelers. De spelers leggen hun kaarten voor zich op een blinde stapel.
Doel van het spel:
Verzamel zo veel mogelijk kaarten en blijf zo lang mogelijk in het spel.
Start van het spel:
Iedere speler om beurt neemt een kaart van zijn stapel en legt deze kaart open, in het midden van de stelen van de lepels.
Wanneer iemand een boer, dame of heer gooit slaan de spelers om ter snelst op hun lepel waardoor de afgelegde kaarten in de lucht vliegen. De spelers vangen en rapen snel zoveel mogelijk kaarten en voegen ze toe aan hun stapel. Wie zonder kaarten valt, valt uit.
Variaties
Je kan afspreken dat er schijnbewegingen mogen gemaakt worden naar de lepels. Wie verkeerdelijk op een lepel klopt, moet een kaart aan iedere speler afstaan.
Opmerkingen
Let op dat de kaarten niet verscheurd worden door al te enthousiaste leden. Spreek af dat de spelers steeds op hun stoel moeten blijven zitten.