Materiaal: de slagwip bestaat uit een stevige plank van ongeveer 1 meter die in het midden op een bak(steen) wordt gelegd. Het spel werd vroeger gespeeld met een versleten schoen.
Terrein: de ruimte voor de slagwip wordt ingedeeld in een aantal zones die elk een steeds hogere puntenwaarde krijgen.
Spelbeschrijving: de speler trapt met 1 voet zo hard mogelijk op het vrije uiteinde van de plank en laat de schoen een zo groot mogelijke boog beschrijven. Hij loopt dan snel naar de vliegende schoen en probeert die te pakken te krijgen voor die op de grond valt.
Hoe verder van de wip hij de schoen vangt, hoe meer punten hij verdient.
Variant: tijdens warme maanden kan je het spel ook met een bekertje water spelen in plaats van met een schoen. Met het water dat nog in het bekertje zit, moeten de spelers dan een fles vullen.
