Op een mooie rustige bosweg verdelen we ons in twee groepen met elk een spelleider. Per ploeg ziet het spel er als volgt uit : iedereen krijgt een volgnummer en elk vijf muntstukken. Op de grond wordt een streep getrokken waarachter iedereen plaatsneemt. Speler één werpt een muntstuk, speler 2 gooit op zijn beurt en probeert zo dicht mogelijk bij dat van speler 1 te gooien. Als speler 2 met zijn duim en wijsvinger de twee muntstukjes kan raken, dan moet speler 1 een geldstuk afstaan aan speler 2. De winnaar gooit opnieuw, de derde speler probeert nu zijn cent zo dicht mogelijk bij 1 of twee te gooien. Kan hij bespannen krijgt hij een muntstuk van de desbetreffende speler. Kan hij niet bespannen gaat het spel gewoon verder. De muntstukjes worden opgeraapt nadat speler 1 nog eens heeft gegooid. Dan beginnen we opnieuw met speler 2 en staat speler 1laatst. Wie heeft er na verloop van tijd de meeste geldstukken?