Iedereen wandelt rond in een kring. In het midden staat de geblinddoekte dirigent. Hij geeft met zijn dirigeerstokje de richting aan waarin de spelers moeten wandelen. Plots heft de dirigent zijn stokje op, waarop alle spelers stokstijf moeten blijven staan. De blinde dirigent wijst dan met zijn stokje iemand aan. Die speler moet met verdraaide stem een liedje zingen. Als de dirigent kan raden wie er zingt, dan mag hij een nieuwe dirigent aanduiden. Raadt hij fout, dan wordt de speler die hij aanwees dirigent.