De grote Chirobattle

Krachten van groot en klein worden gebundeld. Welk team is het sterkst en slaagt erin het meeste punten voor zich te winnen? Maar let op, want overal liggen er gevaren op de loer. Wordt het team waar je in start ook het team waarin je het spel eindigt?

Uit Dubbelpunt mei 2023

In het kort

Behaal als groep zoveel mogelijk punten. Dat doe je door zoveel mogelijk tennisballen tegen de kegels van de andere teams te gooien. Die tennisballen kan je kopen op de veiling. Geld verdien je door opdrachten goed uit te voeren.

Materiaal

• Koord of afspanlint (voldoende om elk kamp af te bakenen, en er de +12-zone en -12-zone te maken)
• Kegels (één per team)
• Wimpels (veel)
• Sponzen
• Verfwater
• Legernet
• Petanqueballen
• Pingpongballen
• Een voetbal
• Stoepkrijt
• Fietsbanden (vijftal)
• Gekleurde kaartjes (veel, per team een andere kleur)
• Tennisrackets en ander verdedigingsmateriaal
• Potjes/kegeltjes/ ... (vier per opdracht)
• Tennisballen in verschillende kleuren: blauwe, rode en gele (zoveel mogelijk)

Voorbereiding

• Maak met koord of afspanlint twee zones rond alle kampen: een kleinere cirkel met daar een grotere cirkel rond. Zorg dat de zones in elk kamp gelijk zijn.
• Zet alle opdrachten klaar op het centrale plein.

Verdeling in ploegen

Maak ploegen van maximaal twintig spelers, telkens met leden uit alle afdelingen. Binnen elke ploeg werk je met een buddysysteem waarbij aspi’s de ribbels helpen tijdens het spel, keti's de speelclubbers en tito's de rakwi's.

Verdeling leiding:

• een persoon als scheidsrechter per kamp
• een persoon per opdracht, dus vijf in totaal
• een persoon als veilingmeester
• een persoon om wimpels in te ruilen
• een persoon om de gegooide tennisballen op te halen in de kampen en ze terug naar de veiling te brengen
• wie over is, kan helpen waar nodig en houdt in de gaten dat het spel correct verloopt

Spelverloop

Elke ploeg mag eerst hun kamp bouwen met daarin een kegel. Rond de kegel zijn er twee zones afgebakend met lint: een zone waar de leden ouder dan twaalf jaar mogen aanvallen en een kleinere zone waar de leden jonger dan twaalf jaar mogen aanvallen.

Elk kamp begint met één verdediger. Die heeft een tennisracket en mag daarmee de ballen wegslaan die naar de kegel gegooid worden. Met je lichaam mag je geen ballen wegslaan. Als dat toch gebeurt, dan verlies je je racket. Goed opletten dus. De verdediger mag tijdens het spel wisselen van rol.

Als je de kegel met een tennisbal raakt, krijg je een punt. De leid.st.er in het kamp is de scheidsrechter. Die verzamelt in een bak alle tennisballen waarmee gegooid werd zodat de leid.st.er die verantwoordelijk is voor de ophaling die kan meenemen.

Je kan voor je kamp extra tennisrackets en verdedigingsmateriaal kopen, en ook tennisballen om aan te vallen. Aanvallen doe je in de arena.

Als je in de arena komt, krijg je een wimpel en een kaartje van de kleur van je team. Die ga je halen bij de stand om de wimpels in te ruilen. Buddy’s kunnen naar een spelletje gaan om geld te verdienen. Daar staan enkele potjes. Als je wacht aan een potje ben je veilig. Sta je gewoon in de arena, dan kan iemand je wimpel uittrekken en moet je je kaartje afgeven. Dan moet je een nieuwe wimpel en een nieuw kaartje halen. Wie vijf wimpels heeft van spelers uit andere teams krijgt daar geld voor. De wimpels en kaartjes kan je in de wisselzone gaan omruilen.

Opdrachten

• Paintball met sponzen: Dompel de sponzen in verfwater van de kleur van je eigen team. Het team dat als eerste iemand raakt, verdient geld. Dat is ook meteen het einde van deze opdracht.
• Petanqueballen van onder een legernet halen: Onder een legernet liggen er petanqueballen. Iemand van het duo gaat geblinddoekt onder het legernet. De andere persoon moet van aan de zijlijn die speler onder het net helpen om een petanquebal te bemachtigen. Naast het legernet liggen er pingpongballen met verschillende waardes op. Je mag van achter een lijn proberen met de petanquebal een pingpongbal te raken. Als je een balletje kan raken, dan krijg je dat bedrag.
• Muurke-stamp: Op de muur teken je een vak met geldwaardes. Beide teamleden mogen één keer proberen om met een voetbal in een vak te sjotten. Je krijgt de waarde van het vak dat je raakt.
• Fietsbanden rekken: Knoop een aantal fietsbanden aan elkaar en bevestig die aan een boom. Voor de boom staan lijnen getekend: hoe verder de lijn, hoe hoger het budget. De teamleden gaan in de voorste fietsband staan en proberen zo ver mogelijk te geraken. De verste lijn die ze over geraken, is het budget dat ze krijgen.
  Tip: heb je geen bomen ter beschikking? Laat twee spelers van verschillende teams tegen elkaar op trekken, elk in een andere richting.
• Rollen: Op het veld staan een aantal lijnen achter elkaar, elke lijn is een hoger budget. De teamleden krijgen twintig seconden om zo ver mogelijk te rollen. De lijn die als laatste gepasseerd werd, is het budget dat ze verdienen. Als je scheef rolt, heb je dus minder geld.
• Wimpels inruilen: Op deze post krijg je geld per vijf wimpels van een ander team.

De veiling

Op de veiling kan je tennisballen kopen. Er zijn drie kleuren: geel (1 punt), blauw (2 punten) en rood (3 punten). Hoe meer punten de tennisballen opleveren, hoe minder ervan er ter beschikking zijn, en hoe duurder die zijn.

Met die tennisballen kan je proberen de kegels in de kampen van de andere ploegen te raken. De tennisbal op zich levert je op het einde van het spel geen punten op. Enkel door er een kegel mee te raken, verdien je de punten die de tennisbal waard is.

Speciale rol

Er zijn twee spelers per team die een waterpistool hebben. Als zij je kunnen raken, word je lid van hun team. Ze mogen enkel mensen raken buiten de arena (in de aanvalszone).

Einde van het spel

De leiding in de kampen legt de verdiende punten per team bij elkaar. Het team met het meeste punten wint het spel.