De KLJ cantus

De “cantus” is eigenlijk een zangavond die volgens strikte regels verloopt.Voor zo’n cantus is er een viertal begeleiders nodig: een senior, een pro-cantor en een 2-tal zedenmeesters.Zij zorgen voor het goede verloop en letten er ook op dat de cantusregels toegepast worden.

Ø Cantusregels en liedjesteksten van de deelnemers.In bijlage 1. vind je de cantusregels voor de deelnemers.Je kopieert ze best voor iedere deelnemer samen met een aantal liedjes die je in de cantus wil zingen.

Ø Schikking van je lokaal.
De stoelen en tafels worden best geschikt zodat senior, pro-cantor en zedenmeester vooraan zitten.

Ø Taakverdeling doen voor de begeleiding.

Bij het begin van de avond worden eerst de cantusregels en begrippen uitgelegd en de begeleiders voorgesteld.Daarna begint men met het zingen van liederen en het toepassen van de regels.

De senior is de voorzitter van de cantus: zijn woord is gebod voor iedereen.Vanzelfsprekend streeft de voorzitter ernaar om de cantus zo goed en eerlijk mogelijk te leiden.

Hij let vooral op twee dingen:

a) Het toepassen van de regels

b) Het goed-zingen van de liederen

De zedenmeester is de rechtstreekse hulp van de voorzitter.Hij/zij zorgt ervoor dat wordt toegepast wat de voorzitter vraagt of gebiedt; de zedenmeester is tevens verantwoordelijk voor het vullen van de glazen.

De pro-cantor is de persoon die de gezangen leidt; hij/zij kent al de liedjes, zingt ze indien nodig en zet ze in.

In principe wordt er tijdens de cantus niet gepraat tenzij de senior hier ruimte toe laat.

Wanneer de senior het woord-Silentium gebruikt dient er absolute stilte te heersen.

De termen die de senior gebruikt om iets toe te laten of te verbieden zijn Habes of Non-Habes.Wanneer de senior iemand iets toelaat antwoordt hij met Habes; wordt het niet toegestaan dan antwoordt hij met Non-Habes.

Wanneer een van de deelnemers het woord wenst dient hij/zij daarvoor de volgende procedure te volgen:

1° De rechterhand opsteken

2° Vragen “senior, peto verbum”

3° De senior antwoordt met Habes als hij/zij het woord verleent; hij/zij antwoordt met Non-Habes als hij/zij je geen toestemming tot spreken geeft

Na sommige liederen of na gebod door de senior wordt een ad fundum gedronken; een ad fundum is het in-een-tijd leegdrinken van het glas.

Het geheel van de deelnemers rond de tafels noemt men de corona.

Drinken is een van de bijkomstigheden op een cantus (of zou dat althans moeten zijn).Ook het drinken is gereglementeerd in een cantus: naast de ad fundum na de typische liederen kan er alleen gedronken worden als men de volgende procedure volgt:

1° De senior heft het glas; zij/hij roept de corona toe: “Prosit Corona”; de corona antwoordt: “Prosit Senior”; dan kan er gedronken worden.

2° Ook op initiatief van de corona kan er gedronken worden.De corona heft dan het glas en roept: “Prosit Senior”.Stemt de senior toe in de drink dan zingt hij “Prosit Corona”; stemt hij niet toe dan antwoordt hij met Non-Habes.

Wanneer iemand iets verkeerd doet kan hij/zij daarvoor gestraft worden; daartoe roept de senior de overtreder in het midden van de corona.De zedenmeester legt de straf op.

Mogelijke straffen:

Ø Een aantal ad fundums drinken

Ø Alleen een lied zingen

Ø Twintigmaal pompen

Ø Drankimpotent verklaren (verbod van drank opleggen voor de ganse cantus)

Wanneer de corona vindt dat er iemand van de deelnemers gestraft dient te worden roept zij: “’t Is mis, ’t is mis”.Als de senior dit terecht vindt laat zij/hij de overtreder in de corona komen en de zedenmeester legt de straf op.

In een cantus kunnen een of meerdere pauzes zijn; de senior kondigt de pauze aan met het woord-“Tempus”.

In principe mag een deelnemer tijdens de cantus niet naar de wc (behalve tijdens de tempus).Indien iemand toch wenst te gaan moet dat volgens deze procedure:

1) De deelnemer vraagt het verbum

2) Een rijmpje/gedichtje opzeggen dat betrekking heeft op het naar-de-wc-gaan

3) Afhankelijk van het gedichtje geeft de senior al dan niet toestemming

Ø Een cantus is een liederenavond, het doel is via het zingen de verbondenheid met elkaar aan te voelen.

Ø De cantus wordt geleid door de senior; de pro-cantor en de zedenmeesters staan hem bij.

Ø Een cantus verloopt volgens welbepaalde regels.Hou je daaraan en vooral: toon in je manier van zingen respect aan voor de liederen die je zingt.Zing zoals het hoort en doe de liederen geen oneer aan.

Ø In principe wordt er niet gepraat, niet tijdens en ook niet na de liedjes.

Ø Enkele begrippen:

* Silentium:

Wanneer de senior dit gebiedt moet er absolute stilte heersen.

* Verbum:

Als je iets wil zeggen steek je je hand op en vraagt: “Senior, peto verbum”.Als je de toestemming krijgt om iets te zeggen dan zegt hij Habes; krijg je geen toestemming dan zegt hij * “Non-Habes”.

Als je de toestemming krijgt sta je recht en zegt wat je te zeggen hebt.

* Tempus:

Pauze, je mag naar de wc gaan;

- Als iemand iets verkeerds doet kan de zedenmeester of de senior een straf opleggen;

- Wanneer de groep iemand gestraft wil zien roept de groep “’t is mis, ’t is mis”;

- Wie naar de wc wil moet eerst het woord vragen aan de senior; als hij het woord gekregen heeft moet hij een gedichtje zeggen; als dat gedichtje goed is mag hij gaan.