Diep in de zee onthaal spel

1. Inkleding

Er hangt een spiegelbol boven de kampvuurkring.

De VKB’ers spelen hun rol uit het verhaal.

2. Verloop

Wanneer de deelnemers aankomen moeten ze zich laten inschrijven. Daarna worden ze naar de kamers begeleid. Ze krijgen dan een kwartiertje de tijd om zich te instaleren.

Daarna gaan ze naar de kampvuurkring.

Iedereen zit samen in een kring te zingen. Er worden ook acht visjes doorgegeven in de kring. Bij het toetersignaal moeten diegenen die een visje vast hebben de kring verlaten.

Zij moeten nu, onder leiding van een VKB’er, een opdracht doen.

Wanneer de opdracht gedaan is komen zij gewoon weer in de kring zitten en zingen terug mee.

Zo ontstaan er constant nieuwe groepjes met steeds verschillende deelnemers.

3. Opdrachten

1. Groeten à De deelnemers wandelen door elkaar. Als de begeleider een typetje roept, bijvoorbeeld de burgemeester, moeten ze mekaar als burgemeesters begroeten. (indiaan, eskimo, pastoor, koningen, soldaten, dikke vrienden, verliefden, vijanden, naakt…)

2. Onderwaterzang à Een deelnemer gorgelt een liedje in het water en de rest moet raden welk liedje het is.

3. Vis happen à de deelnemers moeten elk een stuk pekelharing happen. Samenwerken mag per twee.

4. Mosseltorens à Het is de bedoeling dat de deelnemers een zo hoog mogelijke mosseltoren bouwen binnen de twee minuten.

5. Verdrinken à Wie kan zijn hoofd het langst onder water houden?

6. Schattenjacht à de deelnemers moeten zo veel mogelijk voorwerpen zoeken in een ‘scheepswrak”

7. Overleven à de deelnemers nemen plaats op het vlot (= de papier en vuilnis containers) Het is nu de bedoeling dat ze een voorwerp oprapen dat op de grond ligt zonder dat iemand de grond raakt.

8. Blijven drijven à Dit spel wordt gespeeld in twee groepen. De deelnemers moeten een theelepel zout overbrengen van punt A naar punt B. Aangekomen bij B moeten ze het zout in een bokaal met water doen waar ook een aardappel in ligt. De groep waar de aardappel het eerst drijft is gewonnen.

9. Op ontdekkingsreis à de deelnemers moeten geblinddoekt een koord volgen waar allerlei zaken aanhangen.

10. Om ter eerst à de groep wordt in twee groepen gedeeld. Het is nu de bedoeling dat de groepen om ter eerst met hun ganse groep door dezelfde binnenband kruipen.

11. Fleskevul à het gekende fleskevul maar dan met zout water

12. Kaartje blaas à Een spel kaarten ligt op een glas. Om de beurt blazen de deelnemers op de stapel. Wanneer er slechts één kaart op de stapel ligt dan ben je gewonnen en mag je uitdrinken wat er in het glas zit.

13. Dat weet alleen de grote zeemeermin à In elk groepje wordt er één grote zeemeermin en één dienaar krab aangeduid, de andere spelers zijn onderwaterdanen. De grote zeemeermin fluistert in het oor van de dienaar de naam van een voorwerp (het voorwerp moet te maken hebben met TD of met de animatie). De onderdanen moeten proberen uit te vissen welk voorwerp de grote zeemeermin heeft genoemd. Daarom stellen ze om de beurt een vraag aan dienaar krab waarop die alleen met Ja, neen of ik weet het niet mag antwoorden. Als een speler denkt te weten aan welk voorwerp de grote zeemeermin dacht mag die zich tot de grote zeemeermin richten en wel als volgt : “O grote zeemeermin, dacht uw edele geest misschien aan…” Maar men mag maar één keer tot de grote zeemeermin spreken. Wie het voorwerp raadt, wordt dienaar krab, dienaar krab wordt grote zeemeermin en die wordt weer onderwaterdaan. Raden alle spelers verkeerd, dan heeft de grote zeemeermin zijn almacht en geslepenheid bewezen en mag hij een nieuw voorwerp in het oor van de dienaar fluisteren.

14. Potten breken à de deelnemers moeten met een tennisballetje zo veel mogelijk blikken proberen om te werpen.

15. Alfabet à De deelnemers moeten voor elke letter van het alfabet iets in een filmpotje steken. (vb A, aarde, B bladeren, …) ze krijgen hiervoor 6 minuten de tijd en ze krijgen eveneens vijf jokers.