Feest in het dorp

Spelvoorbereiding

Disclaimer: Het pdf-bestand in bijlage bevat illustraties bij de speluitleg. Het is aanbevolen om deze erbij te nemen.

Zet tafels en stoelen klaar zodat iedereen kan zien wat op tafel ligt en kan zitten.

Ieder groepje legt 2 startgebouwen (kaartjes: graanveld en bakkerij) open voor zich neer. Daarboven legt ieder groepje gedekt/met de witte kant naar boven de 4 feestlocaties (lege loods, verlaten kerk, feesttent, pretpark). Dit is de wijk van ieder team aan het begin van het spel.

Sorteer de voorraadkaarten (= roze, groene, blauwe en rode kaarten) en leg deze op de tafel zodat ze voor iedereen goed zichtbaar zijn.

Geef iedere speler 3 munten. Leg de overgebleven munten in een algemene voorraad op de tafel. Dit is de bank. De leiding kan de bank bemannen.

Spelverloop

Onthaal van de leden

De leiding kan verkleed zijn in verschillende dorpsfiguren (burgemeester, bakker, slager, zakenvrouw, boer, …). Versier het lokaal eventueel met ballonnen en slingers.

Speluitleg

De burgemeester geeft de volgende uitleg in een echte speech:

 “Beste inwoners van Feestegem. Bedankt om hier zo talrijk aanwezig te zijn vandaag. Ik heb jullie samengeroepen, omdat jullie allemaal op dezelfde dag een wijkfeest willen geven. Door besparingen kan er maar 1 feest in 1 wijk doorgaan. Jullie moeten dus jullie wijk laten uitgroeien tot de meest aantrekkelijke wijk in Feestegem. Je wint het spel door jouw wijk verder te ontwikkelen, geld te verdienen en als eerste de vier grote feestlocaties te bouwen.”

Groepsindeling

Laat de leden hun huisnummer op een ballon schrijven. Laat dan een echt feestnummer spelen. Wanneer de muziek speelt, moeten alle ballonnen in de lucht blijven. De leden mogen ze naar elkaar passen. Wanneer de muziek stopt, heeft iedereen een ballon met een nummer.

Alle leden moeten dan met hun ballon op volgorde van laag naar hoog gaan staan. Verdeel de leden dan aan de hand van deze volgorde (bv. de 4 laagste cijfers in een team, naargelang de grootte van de groep).

Tip: Het is leuker om meerdere kleine groepjes te hebben, dan enkele grote.

Spelverloop

Speel je beurt

Het spel wordt gespeeld in beurten. Teams komen met de volgorde van de klok mee aan de beurt

Het eerste team begint haar beurt met het gooien van de grote dobbelsteen op de grond. Alle gebouwen waarvan het getal overeenkomt met het resultaat van de dobbelsteen worden geactiveerd. Het team dat het gebouw bezit, verdient inkomen. Als er twee dobbelstenen worden gegooid, bepaalt de som van de gegooide ogen welk gebouw er wordt geactiveerd.

Aan het einde van de beurt kan een team één gebouw uit de voorraad bouwen of een feestlocatie afronden. Het team dat als eerste zijn vier feestlocaties heeft afgerond, wint het spel.

Dobbelstenen gooien

Dobbelworpen moet je verdienen. Breng je met je team een opdracht tot een goed einde, dan mag je dobbelen.

In het begin van het spel mogen de teams tijdens hun beurt slechts met één dobbelsteen gooien.

Zodra een team zijn ‘lege loods’ heeft afgerond, mag dat team elke beurt met twee dobbelstenen gooien. Ze mogen er ook voor kiezen om slechts met één dobbelsteen te gooien.

Inkomsten

De teams verdienen inkomen op basis van het resultaat van de dobbelstenen en de gebouwen die zij hebben gebouwd. Als het getal op het gebouw overeenkomt met het resultaat krijgt de speler afhankelijk van het effect van het gebouw munten van de bank of van andere teams. Er is geen maximaal aantal munten dat een team mag hebben. Het omwisselen van munten met de bank is toegestaan.

Er zijn 4 verschillende manieren waarop je inkomen kunt verdienen, afhankelijk van de gebouwkaarten.

1. Blauwe gebouwkaarten: goederen

• Ontvang inkomen van de bank ongeacht wiens beurt het is

1. Groene gebouwkaarten: commercieel gebouw

• Ontvang inkomen van de bank als het jouw beurt is.

1. Rode gebouwkaarten: horeca

• Ontvang munten van de speler die de dobbelstenen heeft gegooid.

1. Roze gebouwkaarten: groot gebouw

• Ontvang inkomen van alle andere spelers als het jouw beurt is.

Munten aan elkaar betalen

Als een team in één beurt zowel munten moet betalen als ontvangen, moet hij eerst betalen.

Als een team niet het gehele bedrag kan voldoen, betaalt hij slechts wat hij kan (je kunt dus nooit minder dan 0 munten hebben). De rest wordt kwijtgescholden. Het ontvangende team wordt hier niet voor gecompenseerd.

Voorbeeld:

Team A gooit een ‘3’. Team B heeft een café in zijn wijk, waardoor team A hen één munt moet betalen. Team A heeft echter geen munten en kan dus niet betalen. Team A ontvangt vervolgens echter wel 2 munten voor de 2 bakkerijen die ze in hun wijk hebben.

Als er meerdere transacties moeten worden afgewikkeld in één beurt, dan worden deze afgewikkeld tegen de richting van de klok in.

Voorbeeld:

Team A gooit een ‘3’. Team B bezit drie cafés en team C bezit twee cafés. Team B wil drie munten ontvangen en team C twee munten, maar team A heeft slechts 3 munten. Dit wordt afgewikkeld tegen de richting van de klok in. Team A betaalt eerst twee munten aan team C, daarna hebben ze slechts één munt over, die ze vervolgens betalen aan team B. De twee munten die team A nog aan team B moet betalen, worden kwijtgescholden.

Voorbeeldopdrachtjes om te dobbelen

1. Blaas een ballon op met je neus.
2. Maak het mooiste taartje uit allerlei materiaal dat je in je omgeving vindt. (Aarde, steentjes, knutselgerief, keukenmateriaal,...) en geef het aan het team links van jou.
3. Voorzie je hele team van een lekker drankje.
4. Vouw een feesthoedje van papier voor iedereen in je team.
5. Maak een A4 verjaardagskaart en feliciteer een (denkbeeldige) jarig in het andere team.
6. Kies je favoriete feestlied en zing dit karaoke.
7. Voor een feestje doe je natuurlijk je mooiste outfit aan. Wissel met heel je team van kleren en creëer iets volledig nieuws.
8. Zet ‘Les Lac de Connemara op’ en loop gedurende het hele met een KLJ-sjaaltje (of een zakdoek) zwaaiend rond de tafel.
9. Doe de macarena met je hele team in canon. Shake it babies!
10. Challenge: Jullie krijgen met jullie team 5 minuten om alle verjaardagen van de andere teams vanbuiten te leren. Lukt dit jullie niet, dan mogen jullie helaas niet dobbelen.
11. Noem minstens 15 feestdagen binnen de minuut. Iets eenmaligs zoals een plechtige communie, mag ook. Lukt dit jullie niet, dan mogen jullie helaas niet dobbelen.
12. Leg een parcours af in polonaise-stijl.

Verzin zelf nog gerust eigen opdrachtjes die zeker zullen aanslaan bij jouw +12’ers.

Speleinde

Wie als eerste alle feestlocaties kan bouwen, wint het spel. Deze wijk mag een wijkfeest geven. Als beloning kan je een paar flessen kinderchampagne voorzien voor een feestelijk einde.