Verschillende teams moeten samen een strategie bedenken om zoveel mogelijk M&M's te verzamelen. Deze M&M's zijn schaars en de teams mogen onderling niet communiceren. Deze methodiek draait om samen met je ploeg keuzes te maken wanneer het gaat om verdelen van schaarse middelen.
Schrijf vooraf onderstaande spelregels op een flap. Verdeel de deelnemers in drie groepen. Neem de spelregels stap voor stap met ze door. De flap met spelregels blijft in het zicht. Na uitleg van de regels krijgen de teams vijf minuten om onderling een strategie te bedenken. Let op: omschrijf geen doel! Als iemand vraagt wat het doel van het spel is, kun je iets antwoorden als: “Daar ben ik ook nieuwsgierig naar; dat bepalen jullie zelf, spreek dat in je groepje af”. Je wilt mensen hun natuurlijke, eigen keuzes laten maken. Daar gaat de oefening over: er zijn schaarse middelen, waar kies je voor? De ene groep kiest ervoor om zoveel mogelijk M&M’s binnen te halen, een andere om samen te werken. Als jij als spelleider het doel bepaalt, kunnen mensen zich daar achter verschuilen.
Tijdens het spel houd jij alles bij op een flap, met daarop:
cijfers 1 t/m 20 onder elkaar, voor alle rondes vier kolommen: groep 1, groep 2, groep 3, aantal M&M’s na iedere vierde ronde trek je een rode streep = verdubbelingsronde onder ronde 3 zet je een blauwe streep = overleg?
Spreek bij iedere ronde hardop uit wat iedere groep doet, noteer dat op de flap en schrijf op hoeveel M&M’s er nog in de ot zitten. Als het spel stokt of klaar is, telt ieder team zijn M&M’s.
Spelregels 1. 1 M&M = 1 punt 2. Er is een pot met daarin 22 M&M’s. De spelleider beheert de pot. 3. We spelen in totaal 20 rondes 4. Per ronde kiest ieder team hoeveel M&M’s ze uit de pot willen: 0, 1, 2, of 3. 5. Een team maakt zijn keuze bekend door het ophouden van één van de voorbeschreven blaadjes. Deze worden op teken van de spelleider, tegelijk opgehouden. 6. De M&M’s gaan uit de pot. De teams bewaren hun M&M’s in hun beker. 7. Als de pot leeg raakt, stopt het spel. 8. Communiceren tussen de teams is verboden. 9. Na elke 4-e ronde worden de M&M’s in de pot verdubbeld, tot max. 22 = verdubbelings-ronde. 10. Een team kan de X- kaart kiezen. Dit
betekent dat het aantal M&M’s dat na deze ronde in de pot zit, verdubbeld wordt (tot max. 22), tenzij het een verdubbelingsronde is. Een team dat de X-kaart kiest, krijgt deze en de volgende ronde geen M&M’s 11. De X-kaart kan niet gespeeld worden bij een verdubbelings ronde. 12. Alleen na ronde 3 kan er tussen de teams worden overlegd, echter; alleen als alle teams dit willen. Dit geven de teams aan via de JA of de NEE kaart. De kaarten worden op een teken van de spelleider, tegelijkertijd opgehouden, zonder vooroverleg. Het overleg duurt max. 3 minuten.
Nabespreken op
er zijn schaarse middelen; hoe ga je daar mee om? welk doel heb je gekozen? Waarom? wat gebeurde er in de loop van het spel binnen je groep? wat gebeurde er ten opzichte van de andere groepen?
Materiaal
een zak M&M’s + 4 bekers
voorgeschreven blaadjes:
voor elk team één blaadje met een 0 erop, één met een 1 erop, één met een 2 erop en één met een 3 erop
voor elk team één blaadje met een X erop
voor elk team één blaadje met JA erop en één met NEE erop.
flip-over, zwarte, rode en blauwe stift.