Je splitst de groep in 2. Elke groep kiest een "speler", de rest worden ballen. De ballen worden geblinddoekt. Het kleine balletje van petanque is vervangen door een gewone voetbal en op het plein gegooid.
Elk om de beurt mogen de speler nu hun ballen gooien om zo dicht mogelijk te geraken bij de bal (zoals in normaal petanque).
Het gooien gebeurt als volgt: iedere ploeg staat achter een lijn, vanop die lijn mag de speler de bal lanceren. De gehurkte bal wordt in de juiste richting geplaatst en begint dan koprols te maken tot de speler stop zegt. De speler mag enkel start en stop zeggen, geen verdere aanwijzingen.
Bij een botsing van 2 ballen rolt de aangetikte bal 2 koprols verder in de richting van de botsende bal.