Elke ploeg heeft zijn eigen veld waarin een paal staat. De bedoeling is om elkaar met de bal uit te gooien. Wanneer iemand de bal gooit naar een tegenspeler, kan het volgende gebeuren...
Die speler wordt geraakt en moet op kant gaan staan.
Die speler kan de bal opvangen zonder dat hij op de grond botst. Dan moet diegene die gegooid heeft op kant.
De bal botst op de grond voordat hij iemand raakt. Het spel gaat gewoon voort.
De bal raakt de paal. Diegenen die op kant zaten, mogen terug meespelen