Rechtvaardigheid, dat is pesten en uitsluiten een halt toeroepen. We willen alle kinderen laten meespelen. Soms kijken we enkel naar wat we minder leuk vinden aan iemand anders. Tijdens het talentenspel spelen alle speelclubbers samen tegen de tijd en brengen ze zoveel mogelijk pionnen in veiligheid. Ze worden uitgedaagd om te discussiëren over negatieve eigenschappen en talenten, én denken mee na over pesten en uitsluiten.
Het eiland dat dreigt te overspoelen
Er staan een heleboel pionnen (wc-rolletjes) met zichtbare talenten en negatieve eigenschappen op een doos of lage kleine tafel. Dat stelt het eiland voor dat de zee zal overspoelen. De speelclubbers kunnen telkens een pion redden en op de hogere tafel (het vasteland) zetten als ze een opdracht goed uitgevoerd hebben. Ze mogen zelf kiezen welke pion: met een zichtbaar talent of een leesbare negatieve eigenschap. Met de hele groep moeten ze zoveel mogelijk – liefst alle – pionnen in veiligheid brengen!
Pionnen
Neem vijftien of twintig wc-rolletjes en schilder ze in kleurrijke poppetjes. Op de achterkant schrijf je duidelijk talenten (tien rolletjes) en negatieve eigenschappen (vijf rolletjes).
Voorbeelden van talenten: ik help anderen; ik ben handig; ik ben sportief; Ik ben sterk; Ik ben vrolijk; Ik ben zelfstandig; ik kan goed luisteren; ik ben lief; ik kan goed volhouden; ik heb ideeën.
Voorbeelden van negatieve eigenschappen (wat tussen haakjes staat, moet je niet opschrijven):
ik ween veel (Ik ben gevoelig); ik spreek geen Nederlands (ik spreek wel goed Frans en Arabisch); ik kan niet goed schrijven (ik kan goed vrienden maken); ik ben lui (ik ben grappig); ik ben traag (ik ben eerlijk).
Opdrachten en pionnen redden
Maak de opdrachten afwisselend. Speel eerst een spel, doe daarna een doe-opdracht en een denk-opdracht.
Na ieder spel of iedere opdracht mag de hele groep discussiëren over welke pion met welke eigenschap ze zullen redden. Het is oké als ze de pionnen met negatieve eigenschappen niet meteen willen redden. Je kan het daar nadien wel over hebben. Als ze een pion met een negatieve eigenschap gered hebben, kan je wel zeggen welk talent daaraan vasthangt (wat hierboven tussen haakjes staat).
Verdeelspelletjes
Verdeel je de hele groep in kleinere ploegjes, speel dan verdeelspelletjes om de ploegjes te verdelen Zo vermijd je dat kliekjes telkens bij elkaar in de ploeg zitten.
Spelletjes
Zorg voor spelletjes waarin ieders talent naar voren kan komen. Kies dus voor voldoende afwisseling in beweging, snelheid, creativiteit, woordspelletjes, enz.
Een zin al fluisterend doorzeggen
Een lied met gebaren zingen (Bv.: ‘En de krokodil, en de oerang-oetang ...’)
Naaien: Maak een lange rij. Om beurten ligt iemand op de grond en zit iemand op handen en knieën. Een voor een kruipen de leden over de liggers en onder de leden op handen en knieën. Als er gefloten wordt, draaien de rollen om. Wie zit, gaat dus liggen en wie neerlag, gaat op handen en knieën zitten, ongeacht wie er op dat moment probeert tussen te kruipen.
Tikkertje spiegelbeeld: wie getikt wordt, gaat in een gekke houding staan als een standbeeld. Komt iemand voor hem of haar staan in dezelfde houding, dan is die speler weer vrij. Wissel af en toe af van tikker(s).
Als het spelletje goed gelukt is, mogen de speelclubbers een pion in veiligheid brengen.
Doe-opdracht
Na het spel krijgt de groep een doe-opdracht. Als de opdracht lukt, mogen ze een pion in veiligheid brengen. Staat er al een pion met het talent dat aan de opdracht verbonden is in veiligheid (staat tussen haakjes) en is de opdracht gelukt, dan mogen er twee pionnen in veiligheid gebracht worden.
Voorbeelden:
Ga allemaal in een cirkel staan met je voeten dicht bij die van je buren. Strik de veters van de twee schoenen die naast elkaar staan aan elkaar. (=> ik ben handig/ik help anderen)
Een tafel van de ene kant van het lokaal (of terrein) naar de andere dragen (=> ik ben sterk/ik kan volhouden)
Andere leden vervelen zich: wat kan je allemaal met hen doen tijdens het vrij spel? (=> ik heb ideeën/ik ben zelfstandig)
Tel in drie talen (geen Nederlands) tot vijf. (=> ik spreek geen Nederlands, ik spreek wel goed Frans en Arabisch)
Denk-opdracht
Verdeel de groep in ploegjes als de groep te groot is.
Schrijf op een groot blad in het midden 'pesten' en meer naar onderen 'uitsluiten'. De speelclubbers vertellen om beurten wat ze denken bij een van die twee woorden. Wat is pesten of uitsluiten? Wat kan je voelen bij pesten of uitsluiten?
Alle ploegjes bedenken een slogan over pesten en/of uitsluiten, en ontwerp een affiche.
Er liggen vijf geboden verstopt in het lokaal. Zoek ze samen en hang ze op in het lokaal. Bijvoorbeeld:
Hier mogen we praten over pesten.
We komen op voor anderen en zeggen NEE tegen pesten als we het zien.
Als er iets is, vertel je het aan je leiding, ouders, juf of meester.
Kom op voor jezelf, laat niet over je heen lopen, geloof in jezelf.
We steunen onze vriendjes.
Iedereen blaast een ballon op. Met stift schrijven ze op de ballon een antwoord op de vraag: “Wat kan je zelf doen als je iemand gepest hebt?” Ga in een kring staan. Een voor een gooien de leden hun ballon in het midden en zeggen wat ze opgeschreven hebben.
Afsluiten
Doe je laatste spel of opdracht om de resterende pionnen in veiligheid te brengen. Als het duidelijk is dat de speelclubbers eerst voor de pionnen met positieve eigenschappen kozen tijdens het spel, kan je nog eens vragen waarom ze dat deden. Je kan kijken naar de pionnen met negatieve eigenschappen en uitleggen dat die pionnen ook positieve eigenschappen hebben (die staan tussen haakjes).
Tips voor leiding
Maak met de leiding bij ieder pestgedrag duidelijk dat pesten niet kan. Kijk op chiro.be/pesten voor meer tips.