Uitleg : De leden zijn samen terechtgekomen op een eiland. Er is alleen een groot probleem, op het eiland staat een vulkaan die elk moment kan uitbarsten. De leden zijn in twee teams verdeeld en moeten elk zo snel mogelijk hun bevolking van het eiland zien te redden.
Het rechthoekig spelbord bestaat uit 3 delen. In de midden is een eiland, daarrond is er zee en de hoeken van het bord vormen het vaste land. Het eiland bestaat uit losse blokjes. Deze blokjes stellen zand, gras en steen voor. Zand heeft de eigenschap om als eerste te zinken, terwijl steen het langste intact blijft.
Om te beginnen mogen de teams elk om beurt 1 van hun pionnen op een stukje eiland plaatsen. Op de onderkant van de pion staat een cijfer die weergeeft hoeveel de pion waard is. Hier mag naar gekeken worden bij het plaatsen. Op elk stukje mag maar 1 pion staan. Als alle pionnen geplaatst zijn mag het eerste team een letter zeggen en aan de bijhorende opdracht beginnen, daarna mag het andere team ook beginnen. Wanneer een team een opdracht afgewerkt heeft moeten ze 1 stukje eiland laten zinken (kaartje wegnemen zodat het water van het spelbord zichtbaar is) en mogen ze 2 van hun pionnen verplaatsen. Door met de dobbelsteen te gooien weten ze hoeveel plaatsen er mogen verzet worden.
Het is de bedoeling om zoveel mogelijk en de meest waardevolle pionnen over te brengen naar het veste land.
Bij de blokjes van steen is er eentje bij waar er op de achterkant een vulkaan staat. Als dit kaartje weggenomen wordt ontploft de vulkaan en zijn alle pionnen op het eiland dood, net als alle pionnen die nog aan het zwemmen zijn.