Je slaagt stevige piketten in een cirkel in de grond. Je knoopt veel fietsbanden aan elkaar. Je verbindt de piketten kriskras aan elkaar met de fietsbanden. Maar de omtrek moet er zeker zijn. Op die manier krijg je veel vakken afgebakend door fietsbanden (=landen). Iedere speler neemt plaats in een vak (of per twee, naargelang aantal deelnemers en aantal vakken). Het is de bedoeling dat je andere deelnemers in jouw vak trekt. Vanaf dan spelen deze mee voor jou. Door handen te geven mag je in de ander z'n vak, breekt deze ketting van handen, dan horen ze bij het vak waar ze in staan. Met de voeten mag je de rekkers (grenzen) verleggen. (Niet met de handen, als rekkers knappen op ooghoogte, is het nogal gevaarlijk !) Iedere speler probeert dus iedereen in zijn vak te krijgen. Op het laatste is ook iedereen overwinnaar. Misschien wel eerder stoppen, want dat kan lang duren.
Variaties
Rollen omdraaien. Het middelste vak is favoriet. De vakken erond iets minder, de buitenste slecht en buiten het veld is uitschot. Tijdens het normale spel spreek je een signaal af. Dan probeert iederen het middelste vak te bemachtigen. Daar moet je proberen alleen in te staan. Na bepaalde tijd roep je stop en wie er dan alleen in het midden staat, heeft de meeste punten, naar buiten toe minder punten. Met twee of meer in een vak zijn geen punten.
Opmerkingen
Horloges en losse kledingstukken verwijderen voor het spel. Armen en benen worden 2 X langer. Als leiding meedoet kan je het spel wel op tijd beëindigen.
Hou de veiligheid extra in het oog bij het spelen van dit spel!