Tegenwindmemory

Link met het thema

Af en toe zit alles ons tegen. Het loopt niet zoals we willen. We ervaren tegenwind en voelen ons onmachtig, verdrietig, eenzaam. Ook Petrus ervaart tegenwind wanneer hij alleen over het water loopt, Jezus tegemoet. Geloven en tegenwind gaan vaak hand in hand.

Doel

De jongeren maken kennis met het begrip tegenwind en krijgen inzicht in dit begrip.

De jongeren leren in gesprek gaan over tegenwind in hun leven en leren dit te verwoorden.

Verloop

1. Spelend tegenwind ervaren

De hele groep gaat in een cirkel staan en haakt de armen in elkaar zodat ze een stevige cirkel vormen. Één persoon gaat in het midden staan en moet trachten uit de cirkel te ontsnappen. De groep moet hier weerstand bieden door zo stevig mogelijk een cirkel te vormen. De groep moet proberen een soort muur te vormen waar de persoon in het midden niet doorheen kan.

De persoon in het midden wordt het best op geregelde tijdstippen eens afgewisseld zodat een aantal jongeren de weerstand, tegenwind ervaren. De eerste persoon in de cirkel laat je het kortst proberen om uit de cirkel te ontsnappen. De anderen laat je steeds iets langer in de cirkel staan. Als ze langer uit de cirkel proberen doorbreken dan ervaren ze dat ze na verloop van tijd moedelozer worden en steeds meer moeite moeten doen om tegen de wind in te gaan.

Nabespreking

-      Aan de personen die in het midden hebben gestaan: Wat voelde je toen je in de cirkel stond? Was het gemakkelijk om tegen de cirkel, tegen de wind in te gaan? Had je na enige tijd nog de kracht om tegen de cirkel in te gaan?

-      Wat kan in ons leven zo’n tegenwind zijn? (mogelijke antwoorden: verdriet, eenzaam, al wat lastig is, twijfel,…)

2. Tegenwindmemory

We spelen een memoryspel rond tegenwind. Iedere persoon mag om beurt twee kaartjes omdraaien. Heb je 2 verschillende kaartjes, dan leg je ze op hun plaats terug. Wie 2 dezelfde kaartjes heeft, mag het duo nemen. Hij heeft een punt verzameld. De begeleider kijkt na of er bij het duo een bijhorende vraag is. Zo ja, dan stelt de begeleider de vraag en de deelnemer beantwoordt de vraag. Als je veel tijd hebt, kunnen ook de andere jongeren reageren op de vragen.

Er zijn ook kaartjes waar geen vragen bijhoren. Om het aantal kaartjes van de memory te vergroten, hebben de tekeningen een nummer gekregen. Je hebt dus pas een duo als én de tekening én het nummer corresponderen.

Vragen bij de kaartjes

1 Bergen

1. Wat zie je op het kaartje? Als je een hoge berg

tegenkomt onderweg wat doe je dan? Hoe voel je je als je voor een berg staat of wat denk je?

2. Wat kan op onze levensweg een berg zijn?

3. Heb jij in je leven reeds “bergen” moeten trotseren?

2. Kruispunt

1. Beschrijf wat je ziet op het kaartje. Op een kruispunt moet je kiezen. Wie kiest, ervaart soms tegenwind van anderen. Waar heb je dat al ervaren?

2. Heb je al een keuze gemaakt waarbij je lang twijfelde?

3. Huilende persoon

1. Welk gevoel verbind je met dit kaartje? Heb je ook al zulke momenten meegemaakt in je leven?

2. Als jij verdriet had, heeft je geloof je hierbij geholpen?

4. Wind

1. Waarvan ondervinden deze jongeren tegenwerking op hun weg? Wat kan voor jou een tegenwind zijn op je levensweg?

2. Hoe ga je om met tegenwind?

5. Jezus

1. Wie zie je op de tekening? Waar ondervond Jezus in zijn geloof tegenwind?

2. Hoe ging Jezus om met tegenwind?

3. Wat doet Jezus op het kaartje? Kan dit voor hem een hulp zijn toen hij tegenwind ondervond in zijn leven? Kan bidden ook voor jou een hulp zijn bij tegenwind?

6. Twee handen

1. Heb jij ooit al getwijfeld aan bepaalde dingen, mensen,…? Was het gemakkelijk om deze twijfel weg te werken?

2. Twijfel je aan God? Wat kan je helpen om deze twijfel weg te werken?