De bedoeling van het spel is om zoveel mogelijk levens te verzamelen voor het eindspel. Levens zijn kleine poppetjes. Om die levens te verdienen, worden er spelletjes gespeeld. Na elk spelletje krijgt de winnaar al zeker 1 poppetje. Daarna kan er in de modderbak nog op zoek worden gegaan naar andere poppetjes. Voor deze zoektocht krijgen ze een halve minuut. De winnaars mogen echter 10 seconden eerder vertrekken. Moeilijkheidsgraad: na 1 minuut fluit de leiding af. Wie er op dat moment nog in de modderbak zit, verliest 3 levens! De deelnemers moeten dus op 1 of andere manier zien dat ze de tijd in ’t oog houden.
Verloop van het spel
We starten met een actief spelletje waarbij de deelnemers ook kennis maken met elkaar. Het actieve aspect aan het spel moet ervoor zorgen dat de deelnemers het warm krijgen waardoor ze meer geneigd zijn om in de modder te spelen.
De gehele groep wordt in een ster geplaatst. Het aantal armen van de ster wordt bepaald door het aantal deelnemers. In elke arm staan 3 deelnemers. 1 deelnemer van de groep loopt rond de buitenzijde van de armen en plaatst zich op een gegeven moment (zelf te bepalen) achter de deelnemers van 1 arm. Op dit moment dienen de deelnemers van die arm allen rond de ster te lopen. Tijdens het lopen dient diegene die zich als vierde aan de arm heeft toegevoegd met zijn benen open te gaan staan en de namen van de 3 deelnemers te roepen voordat ze allen door de benen van deze persoon zijn.
Diegene die rond gelopen heeft en als laatste door de benen van de persoon kruipt, moet als volgende rondgaan.
Kleine competitieve spelletjes:
· VARKENSBAK
Een touwtrektouw wordt op 30 cm gespannen boven de modderbak. Alle deelnemers staan op een lijn. Als de VKB’er signaal geeft, moeten alle deelnemers zo snel mogelijk onder het touw. De laatste deelnemer valt af.
VIERVAKKENSPEL
Twee trektouwen worden op een hoogte van 50cm boven de grond in het midden van het speelveld gespannen in een kruis. (Van elke groep wordt er een (chinese) vrijwilliger voor aangeduid) In elk vak zit een groep. Bij het startsignaal is het de bedoeling dat de deelnemers met hun vak trachten om de deelnemers van het andere vak onder het touw door te trekken in hun eigen vak. Wanneer je uit je eigen vak getrokken bent, val je af en dien je aan de zijlijn te gaan staan. (Eventueel kunnen de personen die afvallen de personen aan het touw vervangen, zodat deze toch nog kunnen meespelen).
VENTIELTJE
1 iemand staat in het midden met zijn benen gespreid. Bij het startsignaal dienen de deelnemers naar de overkant van het speelterrein te lopen, maar dit door de benen van diegene die in het midden staat. Wie als laatste door de benen kruipt, dient mee in het midden te gaan staan achter diegene die er stond. Dit tot iedereen in het midden staat op één na.
BUISVECHTEN
Iedere deelnemer krijgt een colabak en plaatst deze in een cirkel. Elke deelnemer krijgt alsook een buis. Het is de bedoeling om de andere m.b.v. de buis van de colabak af te slaan. Wanneer je van de colabak stapt, val je af. Je colabak mag blijven staan in de cirkel.
VAKVECHTEN
Op de grond worden 5 aaneensluitende vakken getekend. Alle deelnemers vertrekken in het eerste vak en trachten hun niet-teamgenoten te duwen naar het tweede vak enzo verder. Het doel van het spel bestaat eruit zo lang mogelijk in de vakken aanwezig te blijven.
BOM
In de modder worden een aantal ballen gelegd van diverse grootte. De gehele groep vormt een cirkel door elkaar de hand te geven. Doel van het spel is om anderen de bal (=bom) te laten raken, waardoor ze afvallen. Diegene die het langst overblijft wint.
PLATTE JEANNE
Alle deelnemers staan achter de startlijn en lopen over op het startsignaal. In het midden staat 1 iemand die de andere probeert te ‘tikken’ door deze op de grond te leggen. Wanneer iemand op de grond ligt moet deze helpen ‘tikken’.
DIKKE BERTA AAN HET TOUW
Zelfde principe als gewoon dikke Berta, maar nu hebben de personen die overlopen een touw vast. De persoon in het midden tracht de personen van het touw te trekken.
BALLENSPEL
Het modderveld wordt weer in vier gedeeld. Alle ballen worden in het speelveld gedropt. Het spel duurt vier minuten en het is de bedoeling om na die vier minuten zo weinig mogelijk ballen in jouw speelhelft te hebben liggen. Enige moeilijkheid is dat personen die de ballen aanraken, de modder niet mogen raken. Ze zullen dus moeten worden opgepakt of iets dergelijk (Op een bladje gaan staan mag niet!) De lijnen van de vlakken worden denkbeeldig oneindig ver doorgetrokken, dus ook ballen die achter jouw vak liggen tellen mee.
CIRCLE OF PAIN
Je hebt een autoband/traktorband en een aantal kegels (het aantal leden dat je hebt). Dan leg je de band in het midden en de kegels in een grote cirkel er rond. Iedereen krijgt een kegel aangewezen en dan is het de bedoeling dat je de band over je eigen kegel krijgt. HET PIJNWOORD IS APPEL!!
KWALLEBALLEN
We spelen rugby, maar i.p.v. een rugbybal, gebruiken we een juttezak met zand in. Om te scoren moet je de juttezak in het teiltje water van de andere groep deponeren. De gewone regels van rugby gelden: naar achter passen, tackelen gebeurt alleen door je arm om het middel van de tegenstander te vouwen (niet om de benen!!). het pijnwoord is wederom appel.