Blijven lachen, het is niet altijd gemakkelijk. Gelukkig zijn de rakwi’s echte moppentappers. Dat is ook opgevallen bij het Comité ter Behoud van Rariteiten. Zij willen bij de rakwi’s een rariteitenfestival organiseren met echt gekke battles ! Welke groep rakwi’s heeft de best getrainde lachspieren?
VOORBEREIDING
Maak voor elke ploeg een lijst met doorlopende opdrachten op.
Stippel een wandeltocht uit voor beide teams, zodat ze elk langs een andere route wandelen maar elkaar ontmoeten op vier plaatsen.
Verkleed jullie als de figuren Sjoehaha en Hihipap. Geef hen een grappig en vrolijk uiterlijk.
Verstop acht groene vlaggen op de routes.
SPELVERLOOP
De rakwi’s mogen meedoen aan het Rakwirariteitenfestival. Elk team volgt een route waar ze op vier plaatsen een gekke battle moeten doen tegen de andere ploeg. Ze krijgen ook een lijst met opdrachten voor onderweg. Dat zijn doorlopende opdrachten. Per battle die ze winnen, krijgen ze drie punten. Per opdracht die ze tot een goed einde brengen, krijgen ze twee punten.
Wie op het einde van de route het meeste punten heeft verzameld, wint.
Hou een officiële openingsceremonie met een gekke dans om het rariteitenfestival te openen. Verdeel de rakwi’s in twee ‘oefenkampen’: Sjoehaha en Hihipap. Doe dat aan de hand van een verdeelspelletje. Zeg tegen de rakwi’s dat ze per twee moeten gaan staan. Geef hen de opdracht om in elkaars ogen te kijken zonder te lachen. Alle rakwi’s die als eerste lachen, moeten mee met Sjoehaha. De overige rakwi’s moeten mee met Hihipap.
Geef beide ploegen de route die ze moeten volgen en de lijst met de doorlopende opdrachten. Leg uit dat ze bij elke stopplaats een battle moeten doen, maar dat ze onderweg ook bezig moeten zijn met de doorlopende opdrachten. Geef per ploegje het materiaal mee dat ze nodig hebben.
DOORLOPENDE OPDRACHTEN
Dit zijn voorbeeldopdrachten die de rakwi’s moeten doen terwijl ze de route afleggen. Als je opdrachten meegeeft die ze moeten kunnen bewijzen met een foto geef je hen best een gsm of fototoestel mee.
Verklaar met minstens de helft van de ploeg jullie liefde aan een boom.
Verzamel onderweg vier groene vlaggen.
Geef iedereen een andere naam door de letters te verwisselen. Zorg voor een leuke, grappige naam! Stel je zo voor aan de leiding.
Laat twee leden van jullie ploegje van kleren wisselen. Ga zo dag zeggen tegen iemand van de leiding.
Een rakwi moet zijn of haar kleren andersom aandoen. Kies zelf hoe je dat interpreteert. Zorg ervoor dat de leiding je gezien heeft.
Maak een piramide met minstens vier personen van wie er ten minste twee op hun hoofd staan en neem een foto als bewijs.
Geef iemand een handvol koekjes. Laat die persoon – met de koekjes in de mond - het Bivaklied zingen. Iemand van de leiding moet dat horen.
DE BATTLES
Geef de rakwi’s een bepaald tijdstip waarop ze aanwezig moeten zijn voor de battles. De locatie weten ze van op de kaart. Als één team niet op tijd is voor de battle en het andere team wel, dan krijgt het team dat te laat is een strafpunt. Voorbeelden van battles vind je hieronder. De bedoeling is dat jullie vier spelletjes spelen die net ietsje anders zijn dan de rakwi’s gewoon zijn.
Battle 1: Helikoptertikkertje
Een speler is de tikker, bijvoorbeeld Leila. De andere leden staan rond de tikker verspreid. Hou genoeg afstand van elkaar. Vervolgens roept de tikker: “De helikopter draait op tien toeren.” Dan draait iedereen redelijk rustig rond met gestrekte armen. Leila voert het aantal toeren op tot iedereen wat duizelig wordt. Bij 10000 toeren roept ze ‘go’. Dan gaat iedereen lopen en probeert ze zoveel mogelijk mensen te tikken. Wie getikt wordt, valt af. Dit spel gaat door tot er maar één speler overblijft. De ploeg van degene die als laatste overblijft, wint.
Battle 2: 1-2-3 rakwihihi
Speel 1-2-3 piano, maar met gekke bekken. De rakwi’s staan aan één kant van het veld. Iemand van de leiding, bijvoorbeeld Joshua, staat aan de andere kant van het veld, met zijn gezicht naar hen toe. Op een bepaald moment draait hij zich om en roept hij ‘1-2-3 rakwihihi’ en ondertussen klopt hij drie keer op de muur. Dan draait hij zich om. Op dat moment moet iedereen stokstijf stilstaan en een gekke bek trekken. Opgelet: de rakwi’s mogen niet beginnen lachen. Wie toch lacht of niet stilstaat, valt af en moet terug. Beweegt er niemand meer, dan draait Joshua zich opnieuw om en roept hij weer ‘1-2-3 rakwihihi’. Het spel stopt als een rakwi erin slaagt de rug van Joshua te tikken. De ploeg van die rakwi wint de battle.
Battle 3: Fopbal
Alle spelers staan in een kring met hun gezicht naar het midden. Daar staat de spelleiding met een bal. Alle spelers houden hun handen op hun rug. Als de spelleiding je de bal toegooit, moet je hem vangen. Enkel dan mag je je handen achter je rug vandaan halen. Vang je de bal niet, dan val je af en ga je uit de kring. Haal je je handen op een verkeerd moment van achter je rug, bijvoorbeeld na een schijnbeweging van de spelleiding, dan val je ook af. De ploeg van de rakwi die als laatste overblijft, wint.
Battle 4: In- en uitbrekertje
Geef beide teams een vlag en duid een inbreker aan binnen hun ploeg. De teams gaan dan elk in een kring staan met hun gezicht naar elkaar en hun vlag in het midden. De inbrekers van elk team moeten bij het andere team in de cirkel geraken, de vlag pakken en dan weer uit de cirkel geraken. De vrijwilliger die als eerste uit de cirkel is met de vlag wint.
EINDE VAN HET SPEL
Wanneer de rakwi’s op locatie vier gekomen zijn en de vierde battle gespeeld hebben, is het spel ten einde. Overloop de opdrachtenlijst samen met de rakwi’s. Tel de punten op van de opdrachten die ze tot een goed einde gebracht hebben. Tel die punten samen met de punten van de battles. De groep met de meeste punten wint het Rakwirariteitenfestival.
