-Wat helpt mij in contact te komen met mijn inspiratie?
-In welke mate werkt een inspiratiebron inspirerend voor onze groep?
Verloop:
Leg de kaarten ‘inspiratiebronnen’ open op tafel.
Neem er om de beurt één uit waarover u iets wil vertellen. Dat kan bv. aan de hand van volgende vragen :
·Wat houdt deze inspiratiebron voor jou in?
·Hoe, waar en hoe vaak komt u deze inspiratiebron tegen?
·Wat is het effect van die inspiratiebron op jou? En op je werking?
·Breng jij hetgeen je raakt in de door jou gekozen inspiratiebron ook zelf tot uitdrukking? Zo ja, op welke manier? Zo nee, waarom niet?
·Kan men in je werking iets zien, voelen van jouw inspiratiebron? Waarom wel en op welke manier dan? Waarom niet?
·Wat is jouw verwachting naar andere jongeren i.v.m. deze inspiratiebron?
Woorden die op de inspiratiekaarten staan (eventueel zelf maken):
Muziek, God, Liefde, Licht, Leven, natuur, waarden, rituelen, christelijk geloof, spiritualiteit, het geloof in mensen of jongeren, relaties, mensen, levenservaring, Jezus van Nazareth, idealen, dromen, gevoelens, wetenschap, bevrijding, het geloof dat het kwade niet het laatste woord heeft, dat Pasen elke dag kan gebeuren, bevrijding, hoop, geloof, rust, Zon, ervaren van iets overstijgends, een draagkracht, leegte, ecologisch leven, vuur, tijd, stilte, je diepste binnenste, armoede, zijn, het Rijk van God, Franciscus, Don Bosco, Vrienden, Familie, … (enkele lege kaartjes)
Voor elke deelnemer voorzie je een kaartje met vragen op (zie hierboven)
Variant:
Bij een groep die elkaar al langer en goed kent. Kan je ook als volgt werken:
Nadat ieder zijn verhaal verteld heeft mag je aan 1 tot 3 mensen van de groep vragen wat jouw inspiratiebron voor hen betekent.
Om beurt mag je aan een andere deelnemer de vragen stellen over een inspiratiebron die de vragensteller gekozen heeft.
Je neemt er een inspiratiebron uit en gaat met elkaar in gesprek over wat deze inspiratiebron voor ieder betekent en wat ze voor de groep betekent.
