Samenvatting: Met dit spel willen we jullie warm maken om te ‘netwerken’: eens kritisch naar jullie eigen netwerk kijken, het versterken of er één beginnen uit te bouwen!
Inleiding:
Niet alleen je wekelijkse werking bepaalt hoe de buurt naar je Chirogroep kijkt. Al is de kwaliteit van je Chironamiddagen heel belangrijk, je zult ook nog andere inspanningen moeten leveren om goed te staan in je omgeving!
Komen jullie voldoende ‘naar buiten’? En van waar kennen de mensen jullie? Van de megafuif met veel overlast? Of van de animatie op de straatfeesten? Van de leiding die met hun getunede auto’s door de straten scheurt? Of van die prachtige gevel in jullie straat? Zijn jullie die gasten die altijd brievenbussen omver duwen? Of die van de tsunami-actie in de krant?
Je imago is zeer belangrijk: om te werven, maar ook om leden te houden! Want het beeld kan zo hardnekkig zijn (correct of niet) dat ook eigen leden en ouders erdoor beïnvloed worden, wat dat beeld ook is. Durf het onder ogen te zien en eraan te bouwen, stapje voor stapje.
Om verankerd te zijn in je buurt en er aan je naambekendheid en imago te werken, heb je als Chirogroep een band nodig met heel wat partners. Die wirwar van contacten maakt het Chiroleven vaak ongezien sterk. ‘Netwerk’, noemen we dat kluwen. Je kunt het zien als een Chirofamilie. Die familie vraagt heel wat aandacht en soms is het zelfs zo dat de familieleden hulp nodig hebben. Ze hopen dat ze kunnen rekenen op ‘de Chiro’. En familie wil zo nu en dan ook eens zeggen wat ze overal van denken.
Je vindt in de Dubbelpunteditie van MAART 2006 een heel dossier, speciaal gewijd aan NETWERK. Nog niet gelezen? Zeker doen! Maar voel je niet verplicht: ook zonder die informatie kun je dit spel spelen.
VERLOOP:
1. De spelleid(st)er keurt vooraf de kaartjes met de netwerkpartners (oranje) en verwijdert alle netwerkpartners die niet in jullie parochie, dorp of gemeente voorkomen.
2. Heel de leidingsploeg zet zich rond een tafel. In het midden liggen de stapels met situaties (groen) en netwerkpartners (oranje). Iedereen, behalve de spelleiding, mag een netwerkpartner trekken en dat kaartje als naambordje voor zich zetten. Iedereen rond de tafel kan nu duidelijk zien welke netwerkpartners er in het spel zitten.
Op de achterkant staat er info over de organisaties of personen. De achtergrondinformatie mag je delen met de ploeg, om je voor te stellen. Wat er onder ‘Je rol’ staat, moet je voor jezelf houden. Daarin staat bijvoorbeeld je relatie met de Chirogroep beschreven. Als er niets staat, sta je neutraal tegenover de groep.
De overgebleven kaartjes met netwerkpartners mogen in het midden blijven liggen. Heb je een grote leidingsploeg en dus te weinig kaartjes met netwerkpartners, dan kun je per twee gaan zitten.
3. De spelleid(st)er trekt een situatie en legt die uit aan de leidingsploeg. Op dit moment speel je nog allemaal jezelf. Als leidingsploeg moeten jullie dus binnen 5 minuten (gebruik de zandloper, timer of klok) beslissen welke netwerkpartner(s) jullie willen aanspreken.
4. Wanneer de netwerkpartner uitgekozen is, begint die persoon zijn of haar rol te spelen. Hij of zij zet zich aan het hoofd van de tafel en maakt vanaf nu geen deel meer uit van de leidingsploeg. De overige spelers blijven dus wel zichzelf als leid(st)er. Vanaf nu kan de leidingsploeg beginnen te overleggen en te ‘onderhandelen’ met de netwerkpartner. De leidingsploeg moet echt proberen om met de gekozen netwerkpartner hun situatie op te lossen.
5. Wanneer de situatie opgelost is, verdwijnt de netwerkpartner uit het spel. Je mag het naamkaartje aan het prikbord in je lokaal hangen en zelf mag een nieuw kaartje van de stapel nemen. Er komen dus telkens nieuwe beschikbare netwerkpartners opduiken.
6. Herneem het spel vanaf punt 3.
Let op!
Sommige situaties of rollen zijn pure fantasie en soms overdreven. Dat kan het spel wel nog iets leuker maken.
Je hoeft het niet helemaal uit te spelen maar hou het wel even vol, het spel wordt namelijk moeilijker wanneer er minder beschikbare netwerkpartners overblijven.
Extra’s
Om je nog beter in te leven in je rol, kun je je verkleden in die netwerkpartner.
Er zijn enkele lege oranje kaartjes waar de spelleiding zelf nog mogelijke netwerkpartners op kan neerschrijven. Je hoeft het daarbij echt niet ver te zoeken. Wanneer bijvoorbeeld een vader brandweerman is, kan hij voor jullie bijvoorbeeld een uistekende partner zijn om met zijn ladderwagen mee de dakgoten van het Chirolokaal te komen reinigen.
Neem ook de partners er eens bij die jullie niet hebben of kennen. Vraag bijvoorbeeld eens na bij de gemeente verenigingen en partners er bij jullie effectief allemaal aanwezig zijn.
Ook zijn er enkele lege groene kaartjes waar de spelleiding nog extra situaties op kan neerschrijven.
Nabespreking
Het is belangrijk om na afloop van het spel de gebeurtenissen en de discussies even te evalueren.
Over de mogelijke partners
Kenden jullie de netwerkpartners eigenlijk goed? Kennen jullie hun werking?
Deden jullie al eens een beroep op hen? Zelden? Vaak?
Kwamen jullie tot verrassende partners die vanaf nu écht tot de mogelijkheden horen?
Zouden jullie ze vanaf nu wel meer (of minder) durven aanspreken?
Gaan jullie je bij hen meer of beter bekendmaken en in welke situaties?
Over jullie Chirogroep
Denken jullie dat alle partners jullie en jullie werking goed kennen? Welke wel? Welke niet?
Hebben jullie daar een verklaring voor?
Materiaal
- Kaartjes met verschillende netwerkpartners (oranje)
- Kaartjes met situaties (groen)
- Zandloper