Jacob en zijn broer. Hun geschiedenis en toekomst.
Hoe omgaan met verzoening.
Doel:
Jongeren uitdagen stil te staan bij hoe zij vergeven of zich verzoenen, om tot slot ook tot actie over te gaan.
Verloop:
Deel1. Rollenspel
A. Inleiding
Als inleiding op het rollenspel wordt de tekst over Jakob voorgelezen. Deze tekst schetst hoe Jakob zijn vader bedroog om het eerstgeboorterecht te bekomen, hoe hij nadien vluchtte van zijn familie, en zijn berouw en wens om zich te weer te verzoenen met zijn broer Esau.
(tekst in bijlage)
B. Voorbereiding
De jongeren krijgen vragen om vooraf even over na te denken. (Het kan handig zijn om deze vragen op kaartjes aan de deelnemers te bezorgen.)
- Wat wil je tegen Esau zeggen? Zeg jij als eerste iets? Of laat je dat aan hem over?
C. Rollenspel
Verschillende keren wordteen kort rollenspel gespeeld met als situatie de ontmoeting tussen Jakob en Esau. De jongere die zich inleeft in de rol van Esau gaat in het lokaal staan. De andere jongere, die zich inleeft in de rol van Jakob gaat naar hem toe. Na al die jaren ontmoeten de broers elkaar weer. Wat gebeurt er? Wat wordt er gezegd of gedaan? Deze situatie kan verschillende keren gespeeld worden door verschillende jongeren.
D. Nabespreking
Na dit rollenspel volgt een nabespreking met de volledige groep.
Enkele mogelijke vragen voor de nabespreking:
- Hoe voelde jij je in je rol? Wat deed dit met je?
- Wat had jij jezelf voorgenomen te zeggen of te doen?
- Komt dit overeen met wat je ook echt hebt gezegd of gedaan? Waarom wel/niet?
- Hoe dacht je vooraf dat de andere ging reageren? Heeft dit je eigen gedrag beïnvloed?
- Kwam de reactie van de andere overeen met jouw verwachtingen?
- Zou je anders reageren in het echte leven?
- Hoe was het voor je om tot verzoening of niet tot verzoening te komen? Wat deed dit met je?
- Waarmee had het voor jou het maken of je wel/niet tot verzoening kon komen?
- Wat is voor een broer/zus/familielid onvergeeflijk? Wat is onvergeeflijk voor een vriend(in)? Is dit verschillend? Waarom is dat voor jou anders/hetzelfde?
Deel 2. Verzoening
A. Hoe verzoenen anderen zich?
Mensen kennen uiteenlopende manieren om zich met anderen te verzoenen. We proberen een aantal manieren uit. De deelnemers mogen uiteraard ook hun eigen manier van verzoenen inbrengen om die samen uit te testen.
Enkele voorbeelden:
- elkaar de hand schudden
- elkaar een kus geven
- elkaar een knuffel geven
- op elkaars schouders kloppen
- een buiging maken voor elkaar
- op je knieën gaan zitten voor elkaar
- samen een kaarsje branden
- samen eten
- samen een pint gaan drinken
- het uitspreken voor een grote gemeenschap
- elkaar een minuut in de ogen kijken
- …
Ken je verzoeningsrituelen uit andere culturen? Probeer ze gerust eens uit.
B. Luisterlied:
“Sorry seems the hardest word to say” van Elton John (Bijlage_verzoening met de andere_Sorry seems the hardest word to say)
of “Sorry” van Tracy Chapman (Bijlage_verzoening met de andere_Sorry)
C. Hoe verzoen ík me?
- Als jij een fout hebt gemaakt, kan je dan gemakkelijk je fout toegeven? Doe je dat meteen of duurt dat een tijdje? Zet je zelf de eerste stap?
- Waarvoor heb jij al eens “sorry” gezegd? Vond je dat moeilijk? Wat deed het met je?
- Heeft iemand al eens “sorry” tegen jou gezegd? Wat deed dit met je?
- Hoe zeg je sorry? Ga je in gesprek? Stuur je een brief of een mail, een sms? Zeg je sorry in een msn-gesprek?
- Wat is de meest geschikte manier? Is dat in alle situaties dezelfde manier?
- Welke manier van “sorry” zeggen past het best bij jou? Is dat afhankelijk van persoon, situatie, …?
D. Opdracht
Tot slot willen we stilstaan bij een situatie waarin we op dit ogenblik “sorry” willen zeggen. De deelnemers schrijven dit voor zichzelf op.
- Wat heb je nodig om sorry te kunnen zeggen?
- Op welke manier wil jij dit doen? Welke manier past jou het best? Welke manier past het best in deze situatie? Welke manier is voor jou de beste bij deze persoon?
We willen uiteraard ook tot actie overgaan. Daarom spreken we ons engagement uit om effectief werk te maken van deze voornemens.
De jongeren krijgen de opdracht om deze stappen tegen de volgende activiteit te ondernemen.
E. Nawerking tijdens een volgende activiteit
Bij het begin van de volgende activiteit wordt gekeken naar wat hiermee gebeurd is aan de hand van volgende richtvragen:
- Welke stappen heb je gezet?
- Was dit moeilijk? Wat was het effect op jou, op de andere?
- Moet je hierin nog stappen zetten? Welke? Wat heb je nodig om deze stappen te kunnen zetten?
tekst van het Jakobverhaal (zie Bijlage bij 12-14: Bijlage_zevensleutels1), cd-speler, liedje “sorry seems the hardest word to say”, liedtekst, pen en papier voor iedereen